18 mei 1989
- 5 -
Wethouder MENNEOf daar moest "moest" staan, of 1988 moet 1989 zijn. Ik
zal dat even nagaan. Zeer attent, dank u wel.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
16. Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten, in werking
brengen en in werking houden van een aannemersbedrijf/timmermanswerkplaats
op/in het perceel Korte Brinkweg 57.
17. Voorstel tot verkoop van een strook grond naast Jongbloedlaan 41 te
Soesterberg aan de heer E.E. Voest en mevrouw C.M. Grimberg.
18. Voorstel tot verkoop van het perceel Van der Griendtlaan 11 aan de heer M.
Schaaphok te Soesterberg.
De voorstellen 16 tot en met 18 worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
19. Voorstel tot het benoemen van een ambtenaar van de burgerlijke stand.
VOORZITTERDe stembriefjes worden uitgereikt. Ik vraag de heer Van Gelder
en mevrouw Weidema met mij het stembureau te vormen.
De heer Kleiberg wordt met algemene stemmen benoemd.
20. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond
verklaren van het beroepschrift van de heer Van Brenk tegen het besluit van
burgemeester en wethouders tot weigering van een vergunning voor de bouw
van een tunnelkas op het perceel Beukenlaan 17.
VOORZITTER: Wenst de commissie voor de beroepschriften daar nog een
toelichting op te geven? Niet? Gaat de raad akkoord met het advies van de
beroepschriftencommissie?
Heer POTHUIZEN: Als voorzitter van de D66-fractie wil ik nog wel een
opmerking maken. Nadat de commissie voor de beroepschriften bijeen is
geweest en tot nu, tussen die twee momenten, is van uw kant verschenen een
notitie "Aanpak noordelijke Eng" naar aanleiding van vragen van mijn kant.
Uit die notitie is mij gebleken dat het college van mening is dat er geen
onderscheid gemaakt moet worden tussen de rand van het gebied noordelijke
Eng -dat betreft dus de percelen langs de Beukenlaan- en het overige deel
van het gebied. Mijn fractie zal zich nu toch bezinnen over de vraag of het
niet wenselijk is om dat onderscheid zelf maar te maken. Dat zou kunnen
betekenen dat in overigens andere gevallen dan dit wij misschien een andere
lijn zullen gaan volgen ten aanzien van de Beukenlaan.
VOORZITTER: Als verder niemand het woord verlangt, stel ik voor dit
voorstel verder te volgens zoals het is neergelegd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
21. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond
verklaren van het beroepschrift van mevrouw R. Mostertman tegen het besluit
van burgemeester en wethouders tot weigering van een vergunning voor de
bouw van een paardestal op het perceel Veenzoom 8.