22 juni 1989
- 12 -
autonomie van de gemeenten in zijn algemeenheid dan wel dat jou pleidooien
voor autonomie niet meer waren dan een alibi om enige afstand tot de
centrumgemeente te kunnen creëren. Waarde collega, zou dat laatste het
geval zijn, dan past u thans een waarschuwing en wel deze: mocht ik -u
wordt nu burgemeester van zo'n centrumgemeente- uit het Gelderse
bestuurders uit de regio Arnhem mogen ontmoeten die klagen over
expansiedriften van Arnhem in het algemeen dan wel van de burgemeester in
het bijzonder, dan zal ik -en ik doe dat nu onder vele getuigen- hen
voorhouden dat die burgemeester, gelet op zijn daden in het verleden, tegen
beter weten in handelt. Ge zijt gewaarschuwd.
Beste Paul en Elphanie. De kring zal de altoos beminnelijke en innemende
gastvrijheid waarmee jullie de collegae en hun gaden in de kring altijd
hebt tegemoet getreden, als goede herinneringen meedragen.
Geachte aanwezigen, een goede buur is beter dan een verre vriend. Hoewel
Scholten mij ruim vier jaar geleden uitnodigde om als buurman eens in Soest
kennis te komen maken, heb ik die uitnodiging nooit gehonoreerd. Niet omdat
ik in Soest niet wenste te komen, want in die viereneenhalf jaar die ik nu
in dit gewest vertoef ben ik talloze malen in uw gemeente te gast geweest
en ik hoop er bestuurlijk nog veel te mogen komen. Trouwens, mijn oudste
twee kinderen onderhouden de meest hartelijke en naar ik moet vrezen steeds
onverbrekelijker wordende banden met Soesters. Daarin schuilt mijn
terughoudendheid dus niet. Nee, die schuilt erin dat de kaart waarop de
gemeentegrenzen staan, aangeven en echt laten zien dat Baarn ons nog
gescheiden houdt. Niettemin, vanwege die goede relaties met het Soester
bestuur en een klein beetje vanwege de relaties die mijn gezinsleden
onderhouden, verklaar ik mij graag tot goede buur vandaag. Per slot van
rekening ben ik dan ook de enige collega in het Eemlandse die dit afscheid
zag aankomen en dus nog maar niet op vakantie is gegaan. Ik wilde dus
liever de goede buurman dan de verre vriend zijn. Ook als buurman dus, Paul
en Elphanie, vergezellen jullie onze beste wensen naar het land van de
Hertog van Gelre.
Geachte aanwezigen, collega Scholten had de laatste weken tijdens
bijeenkomsten in de regio de onbedwingbare neiging om over zijn graf heen
te willen regeren. Het gewest is hem daar niet in gevolgd. Het Gewest
Eemland volgt hem wel om zijn laatste wens als bestuurder bij zijn afscheid
te bewilligen, dat is namelijk het bestemmen van het afscheidscadeau tot
een gift voor het BentinckfondsGraag wil ik jou straks, Paul, de envelop
met geoormerkte inhoud overhandigen.
Vanuit de burgemeesterskring, dames en heren, hebben wij zo onze eigen
afscheidsrituelen die wij niet in het openbaar volvoeren. Dat gebeurt nu
dus ook niet. Het gaat deze zaal per slot van rekening niks aan hoe wij de
zaken onder elkaar afwikkelen. Daarover maken we dus nog graag afspraken
met jou, Paul en Elphanie.
Eigenzinnig als Spakenburgers heten te zijn, heb ik besloten als buurman de
altruïstische motieven van collega Scholten ten aanzien van zijn afscheids
geschenk niet te moeten volgen. Ik vond het jammer te moeten
veronderstellen dat na het afscheid van vandaag er geen enkel tastbaar,
vloeibaar dan wel eetbaar bewijs van herinnering in huize Scholten aanwezig
zou zijn. Daarom heb ik jullie vanmorgen thuis wat laten bezorgen. In het
kader, dames en heren, van de openbaarheid van bestuur, kan ik verklaren
dat het onder andere verdacht geurde naar gerookte paling.
Waarde Paul en Elphanie, het is wel duidelijk: het ga jullie bijzonder goed
in Arnhem!
Heer VISSER: Voorzitter, vindt u het goed als ik interrumpeer?
VOORZITTER: Ja, dat heb ik altijd goed gevonden, zij het onder controle.