L4 -
Lk
hoe
van
ij
Wij
n
ie
n
ben
Soms
iaar
er
■pen
rordt
.s we
iders
-jn
De
;ende
■P
die
ït
c Van
sn
j e er
aar
r?
zaak
ou ik
iet
us
19 januari 1989 - 15 -
Ik ben tenslotte tot de conclusie gekomen dat ik deze overschrijding er
niet voor over heb.
De zaak van de kunst is in het begin heel sterk gebracht op een wijze van:
als je er een beetje bij wilt horen, dan moet je wel geïntegreerd aan kunst
denken, als de bouw tot stand komt, dan moet de kunstenaar of kunstenares
erbij betrokken zijn, wil dat nog enige waarde hebben. Ik heb dat nooit zo
heel zwaar geacht. Het is gewoon een bepaalde gril uit een bepaalde
periode, een bepaald aardig idee. Maar het hoeft niet altijd. Nu deze zaak
mislukt is, ben ik wel blij met het idee dat we over een tijdje een
kunstenaar misschien een mogelijkheid zouden kunnen geven die zich laat
inspireren door een dergelijk gebouw. Spontaan reageert op de commissie
vergadering de heer Visser daarop dat het dan een beeld van prins Bernhard
zou moeten worden. Wat simplistisch van hem ook om te denken dat iets
alleen maar een figuratief beeld van een mens zou kunnen zijn. Ik denk dat
er nog wel meer mogelijkheden zijn die werkelijk ook nog een kunstzinnige
uitstraling hebben.
Als het om voorstel 12 gaat kan ik u volgen om pas nadat het gebouw af is
tot een keuze op dit gebied te komen.
Dan hebben we nog voorstel 24 ten aanzien van de omgevingsvormgevingDaar
ben ik in de commissie al duidelijk genoeg over geweest.
Er zijn overschrijdingen waar de raad in de commissievergaderingen heel
duidelijk voor gekozen heeft, waar de raad ook de meerprijs te horen heeft
gekregen en ervan uit mocht gaan dat die meerprijs ook een werkelijke
meerprijs was boven de kosten die wij gepland hadden. Er zijn ook dingen
waar gewoon van gesteld is: wij gaan ervan uit dat dit er ook moet komen,
we gaan er ook van uit dat er een normale riolering moet komen enzovoorts
en dan gaan we niet uit van een meerprijs. Dat lijkt mij nogal vreemd.
Overigens, iedere tuinarchitect is in staat om ook voor het mindere bedrag
dat wij gepland hadden een perfect ontwerp te maken. Ik denk dat wij hem
deze opdracht op deze wijze terug zullen moeten geven, heel
vanzelfsprekend. Het is immers ook een belediging voor de architect van het
gebouw als wij zo makkelijk ingaan op overschrijdingen op andere fronten.
Heer POTHUIZEN: Zoals anderen begonnen zijn bij punt 24, voorzitter, zal
ook ik beginnen bij punt 24, de omgevingsvormgeving. Ik noem een paar
feiten. Er is tot op dit moment noch voor de bouw van het raadhuis, noch
voor de aanleg van de omgeving enige offerte ontvangen. Er is dus ook nog
geen aannemer aan het werk, er zijn dus ook nog steeds geen tegenslagen te
melden, geen gebeurtenissen waarvan je je als bestuurder onvermijdelijk
moet neerleggen bij het feit dat er meerkosten ontstaan die je niet kunt
compenseren. Dat betekent dat als we nu op dit moment al tot kosten
verhogingen besluiten, tot het accepteren van meerkosten, dat we dat bij
volle bewustzijn doen op basis van vrijwilligheid, ik heb het de heer
Krijger ook horen zeggen. Zo'n beslissing is van meer dan gemiddeld belang,
want zo'n beslissing zet de toon. Het geeft aan hoe gemakkelijk of hoe
moeilijk je de raad van Soest om je vingers windt. De D'66-fractie heeft
haar keuze tegen deze achtergrond bepaald. En moeilijk vonden wij die
keuze niet. We weten niet beter dan dat wij, college en raad, een
taakstellend budget hebben bepaald. Op 6 oktober is dat door een besluit
over een waterpartij wat verhoogd, volgens de heer Menne 284.000,= en we
hebben dat toen geslikt. We blijken te vroeg te hebben geslikt, want de
cijfers met betrekking tot de omgeving die wij voor het eerst op 12
december te zien kregen gaven ons inziens aan dat de kosten die
284.000,= te boven gaan en bovendien blijken er ook nog andere kosten te
zijn en daar heeft de heer Meilof wat behartenswaardige opmerkingen over
gemaakt. De thermometer van ons vertrouwen in het goede verloop die op 6
oktober wat gestegen was ten opzichte van 19 mei, is als gevolg daarvan