22 juni 1989
- 16 -
Thomasvaer en Pieternel. Denk nog eens aan de eerstesteenlegging van het
nieuwe gemeentehuis -ook dat is gememoreerd- een paar weken geleden. Met
vele honderden begonnen we er samen aan te bouwen. Soest leeft, het kan
veel, heel, heel erg veel!
Ik kan nu iedereen verder langs gaan en over zoveel nog iets zeggen. Ik
doe het niet. Laat ik alleen wel sommigen bedanken. Ik begin bij de loco-
burgemeester voor de vele keren dat hij mij verving. Dank voor de
samenwerking met de leden van het college. Wij deelden samen veel lief en
leed. Ik zie ze verder voor me, de mensen van het gemeentehuis, de bodes,
de telefonistes, Betty, Lisette, de organisatoren van deze dag en al die
anderen daar van de plantsoenendienst, van de reiniging, ik kan nog wel
doorgaan. Daar zit Wim de Kam, onze gemeentesecretaris, de leidsman van de
mensen op het gemeentehuis, mijn vriend en kameraad door dik en dun. Ik
prijs mij gelukkig zo en hier mijn grote waardering voor zijn werk en inzet
te mogen uitdrukken. Verder de mensen van de provincie, Gedeputeerde
Staten, ook Soest is u dierbaar, zo versta ik mede van de mensen die hier
namens de provincie zijn. Dan noem ik in het bijzonder natuurlijk ook het
kabinet van de Commissaris van de Koningin, hier op volle sterkte aanwezig.
De mensen van het rijk, zoals die van Binnenlandse Zaken, die onder enige
aandrang ons tenslotte de miljoenen toespeelden voor het nieuwe
politiebureau, van WVC, die naar te hopen positief willen adviseren over de
Poli-plus van Zonnegloren die hier tegenover moet komen, van VROM of van
Defensie. Ik zie ze daar zitten, de mensen van het gewest, de gemeenten in
de buurt. Dank voor de goede contacten. Zelf was ik wel eens minder bij de
les als het ging om allerlei ambtelijk noodzakelijk werk en meer als het
ging om economische ontwikkeling of modern milieubeheer. Als de tekenen
niet bedriegen zal vanuit Soest in de komende jaren op gewestelijk
milieugebied nog veel inspiratie uit kunnen gaan. Het bureau Berenschot
ziet hier in Soest een belangrijke functie voor ons weggelegd.
Ik kom nu bij de politie en de brandweer. Dank voor de bijzondere band en
het speciale afscheid de afgelopen dagen. De hartelijkheid waar juist van
die kant op mijn vertrek werd gereageerd, heeft mijn vrouw en mij zeer goed
gedaan. Herinnert u zich nog, dames en heren, velen van u waren er toen
ook bijde opening van het toen geheel ingepakte politiebureau met het
kaartje dat daaraan hing: "Van Paul voor Jan"? Nu zou ik hier willen
zeggen: Jan, veel dank van Paul. Een kortgeleden gehouden wetenschappelijke
studie stelt dat het politiekorps en het beleid van de korpsleiding als
zeer goed is te kenmerken, ondanks alle problemen waar de politie mee
worstelt. Een compliment dat onze korpschef met zijn mensen zeer terecht
toekomt. Soest, hou het korps in ere, het is zó'n korps! Om de secretaris
te citeren over mijn relatie tot de politie: "Wie aan de politie kwam, kwam
aan de burgemeester." Ik kan alleen maar zeggen: ik kan er niks aan doen,
ik geef het toe. Als de reorganisatie-principes zonder veel reorganisatie,
maar middels een Convenant tussen raad en politie ergens goed gerealiseerd
zijn, is het bij de politie. Gelukkig besloot het college zeer onlangs aan
de raad voor te stellen dit unieke Convenant ook voor de volgende periode
voort te zetten, mits de totale politieorganisatie in Nederland blijft
zoals ze is. Hoe het ook gaat worden, laat de samenwerking tussen de
gemeente en de politie blijven wat ze met enig vallen en opstaan geworden
is. Ook hier geldt: geef elkaar de ruimte. Zoals dat tussen alle mensen
behoort te gelden. Waar u mij de ruimte gaf, hoop ik deze op zo goed
mogelijke wijze gebruikt te hebben, ten dienste van de hele Soester
bevolking. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, door ons allemaal en dus ook
zeker door mijBurgemeesters zijn ook maar mensen. Mensen tussen andere
mensen, samenlevend in tolerantie en respect. Dat moet het uitgangspunt te
allen tijde blijven.
Dames en heren, het zij mij vergund nog iets te zeggen over hetgeen