29 juni 1989 - 2 - profiel van de gewenste burgemeester, met die eisen van bekwaamheid en geschiktheid. Die informatie is van belang, want die gaat naar de sollicitanten toe, plus een verslag van deze vergadering en ook een zo goed mogelijke beschrijving van de gemeente, van wat er in de gemeente speelt en wat speciale aandacht behoeft. Ik vraag daar in het bijzonder toch ook de aandacht voor van B&W en van de gemeentesecretaris om goede informatie te zenden. Dat is ook niet een veelheid van informatie, goede informatie is dat de sollicitant zich een goed oordeel kan vormen over wat er in de gemeente omgaat, waar er problemen liggen en wat de plaatselijke gemeenschap bezighoudt. Aan de hand van die informatie, profiel en de gemeentelijke informatie, beslist de sollicitant ook of hij/zij zijn of haar sollicitatie handhaaft. Het komt dus voor dat sollicitanten na het lezen van het profiel dat de raad stelt, zegt: tja, daar pas ik eigenlijk helemaal niet in. Als het een beetje past, dan kan het nog, dan kun je zeggen: we gaan praten. Maar je hebt ook wel dat een sollicitant zegt: ik pas er helemaal niet in en dan ook vindt -ik denk dat dat een eerlijke zaak is- dat men zich dan ook terug moet trekken. Kijk, zolang het algemeen is, dan denkt iedereen erin te passen. Juist als je het gaat toesnijden -daarom onderstreep ik dat nog eens- wordt een profiel van extra waarde. Over de instelling -dat is dan in de procedure een stap verder- van een vertrouwenscommissie beslist de raad. Ik heb begrepen dat u dat wilt doen. De vertrouwenscommissie krijgt dan een aantal kandidaten, meestal ligt dat in ieder geval onder de tien en boven de vijf. De vertrouwenscommissie rapporteert aan mij, daar komen we straks nog even op, maar ik zal het nu kort even doorlopen, de procedure. Ik rapporteer vervolgens aan de minister van Binnenlandse Zaken, die verstrek ik dan mijn aanbeveling met alle relevante stukken, ook de stukken dus van de vertrouwenscommissie. De minister ontvangt daarna de kandidaten die zijn voorgedragen en maakt zijn voordracht op aan de koningin. Dan krijg je een Koninklijk Besluit. De tijdsduur die daarmee gemoeid is, want dat zal u interesseren, daarom wou ik even bij dat element ook stilstaan, is dat ik mijn aanbeveling -maar dat kan ik alleen maar doen met uw medewerking en we zitten nu natuurlijk in de vakantietijd toch wat moeilijk, maar ik hoop dat het lukt- inderdaad in die vier maanden kan doen. Wanneer is de slotdatum, mijnheer Blok? Dat wordt dan vóór 1 oktober. Voor 1 oktober, dat lijkt mij met vereende krachten zeker mogelijk. De minister vraagt zo spoedig mogelijk, maar ons samenspel mag dus ten hoogste vier maanden in beslag nemen. Ik moet dus zorgen dat vóór 1 oktober de minister beschikt over de aanbeveling en de stukken van de vertrouwenscommissie. Dan duurt het meestal nog twee maanden voordat de minister van zijn bevindingen aan de koningin heeft gerapporteerd en de koningin dus het Koninklijk Besluit tekent. Dat betekent bij elkaar dat je gauw, dan moet er nergens iets tussen zitten, een zes maanden gaat. Als je dat probeert te verkorten, dan ben je je meestal aan het rijk rekenen. Voorzitter, nog iets over de vertrouwenscommissie en dan sluit ik af. De vertrouwenscommissie daar wordt van verwacht dat ze schriftelijk haar opvattingen meedeelt aan mij en dat ook gemotiveerd doet. Dus het is een beredeneerd verslag van de bevindingen van de commissie. Er wordt dus niet gevraagd van de commissie een eenvoudig lijstje op een bladzijde van 1, 2, 3, 4, 5. Nee, er wordt gevraagd beredeneerd de bevindingen neer te leggen waarom men iemand één zet, waarom men iemand twee zet, c.q. waarom men zegt één en twee zijn in onze ogen min of meer gelijk. Maar in ieder geval dat je het gemotiveerd weergeeft. Het belang van de sollicitanten moet u, vind ik, ook waarborgen. Dat betekent ook in die zin -dan hebben we het over de privacy- een volstrekte geheimhoudingsplicht. Die geheimhoudingsplicht geldt ook ten opzichte van B&W, dus de vertrouwenscommissie hoort gesloten -dat zeg ik expres hier ook nog eens in het openbaar- te manoeuvreren en niet dat men toch loslippig is, in geen enkele richting, ook niet naar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 177