29 juni 1989 - 34 - rond het perceel aan de Heuvelweg is ontstaan, dat de betere volgorde is om eerst de planologische bestemming te regelen en vervolgens tot verkoop over te gaan, zodat wij dat deel van de WD-fractie en Progressief Soest steunen: stel nu dit voorstel uit. Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik zou kortheidshalve willen aansluiten bij wat de heer Pothuizen heeft gezegd. Ook in mijn fractie is de discussie ontstaan. Ik stel vast dat tijdens de commissie financiën heel nadrukkelijk overwegingen van planologische aard aan de orde gesteld zijn door de insprekers daar, die toch mede daarbij een rol gespeeld hebben. Ook de ontwikkelingen van vandaag zoals ze hier gesignaleerd zijn, dat er al bomen gerooid zijn, bevestigen ons in het gevoel dat het in dit geval waarschijnlijk beter is de verkoop zoals die nu is voorgenomen, uit te stellen. Wij steunen dus dat voorstel van de WD-fractie. Heer KRIJGER: Voor de duidelijkheid: een deel van de WD-fractie. Aangegeven is dat formeel juist gehandeld is door de heer Beijen, maar dat de overwegingen die naar voren zijn gekomen voor een deel van deze fractie betekenen: we gaan nu niet akkoord. Vandaar het voorstel tot uitstel. Wethouder MENNE: Voorzitter, er is hier een paar keer geopperd -en in zoverre betreft het mijn portefeuille- dat het de koopman is en dat het geld hier het belangrijkste aspect in is. Het is natuurlijk gewoon consistent beleid. Wij hebben het inderdaad zoals gebruikelijk -de heer Pothuizen heeft het nog eens onderstreept- in de commissie r.o. gehad. Vervolgens -dat heeft de heer Van den Breemer ook duidelijk gesteld- in de commissie financiën. Ik betreur het natuurlijk zeer dat op zo'n terrein nu bomen zijn gerooid. Daar sta ik volstrekt perplex van. Dat is een nieuw element, voorzitter. Ik vind verder voor wat de procedure betreft dat hier volstrekt volgens afspraken gewerkt is. Wij komen dan als college natuurlijk met een voorstel dat in de commissie is geweest, waarvan we gezien hebben hoe de verhoudingen in de commissie lagen en dan kom je vervolgens in de raad. Ik denk dat daar wat dat betreft geen vreemde dingen aan de hand zijn. Ik zou zeggen: op het punt van de financiën en de procedure kan ik niet anders zeggen dan dat wij de normale gang van zaken hebben gecontinueerd en hier voorgelegd. Heer POTHUIZEN: Neemt u het nu terug, of niet? VOORZITTER: Ik wilde eigenlijk eerst vragen of er met betrekking tot de bomen nog een opmerking vanachter de tafel gemaakt kan worden. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Natuurlijk, ik kan tientallen opmerkingen maken, voorzitter. Maar mij is evenmin bekend dat daar legaal tot bomenkap zou zijn overgegaan. Dat zou ook anticiperend op een eventueel bouwplan onjuist zijn. Ik betreur het en ik zal zeker morgenochtend laten nagaan hoe dat is ontstaan en door wie dat is veroorzaakt. Mij is daarvan niets bekend en ik heb ook al in de zaal gekeken, daar zag ik een aantal mensen wenkbrauwen optrekken, dat zijn ambtenaren die daar eventueel van op de hoogte konden zijn, die weten het dus ook niet. Reden dus om er achteraan te gaan. Heer BEIJEN: Voorzitter, de toezegging om het na te trekken, is niet voldoende. Ik heb gevraagd of de gemeente dan ook gaat herplanten als het inderdaad geconstateerd en juist bevonden is. Wethouder VAN LOGTENSTEINMijnheer Beijen, herplanten heeft zin als wij vanavond geen besluit zouden nemen. Dan kun je praten over herplant. Dan ga

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 209