20 juli 1989
- 17 -
De voorstellen 15 en 16 worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten, in werking
brengen en in werking houden van een pension, trainings- en handelsstal en
dekstation ten behoeve van paarden op/in het perceel Birkstraat 146b.
Het voorstel is ingetrokken.
Heer VISSER: Voorzitter, agendapunt 17 is vervallen, maar er staat bij: in
te trekken in afwachting van de vaststelling van het bestemmingsplan
Landelijk Gebied le herziening. Dus dat is toch wel een besluit dat we dan
kennelijk nemen. Niet alleen om het te laten vervallen, maar ook om wat
hier dan in staat. Ik heb het nu over uw schrijven van 12 juli.
VOORZITTERHet voorstel is vervallen, mijnheer Visser.
Heer VISSER: Nee, als dat er stond, dan was ik akkoord. Maar er staat: het
is vervallen in afwachting van de vaststelling van het bestemmingsplan
Landelijk Gebied le herziening. Dat is een toevoeging die heel gevaarlijk
is
VOORZITTERU mag het beschouwen als zijnde vervallen, het voorstel, van de
agenda. U neemt verder geen enkel besluit.
Heer VISSER: We nemen geen enkel besluit. Mag ik dan aan uw rechterbuurman
vragen of het de volgende keer op de agenda van de commissie r.o. geplaatst
kan worden?
Wethouder PLOMP: We zullen ons daar in het college over beraden, mijnheer
Visser
VOORZITTERHet verzoek wordt meegenomen.
Voorstel tot het gedeeltelijk verlenen van een ontheffing als bedoeld in
artikel 1 van de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten,
in werking brengen en in werking houden van een groothandel annex
reparatiewerkplaats op/in het perceel Koninginnelaan 100.
Voorstel tot verkoop van grond gelegen in het plan Mercury aan Bouwbedrijf
Hoffmann B.V. te Amersfoort.
De voorstellen 18 en 19 worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot vaststelling van de notitie werkgelegenheidsbeleid.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, het college heeft over zijn
opvattingen met betrekking tot gemeentelijk beleid met betrekking tot
werkgelegenheid met de nu al eerder genoemde brief van 12 juli duidelijk
heid verschaft. Op deze basis is mijn fractie graag bereid akkoord te gaan
met de notitie, vooral ook met de concrete geldkostende maatregelen die
daarin staan.
Ik wil alleen nog een enkele kwalitatieve opmerking maken. Die betreft de
zogenaamde werkervaringsplaatsen. Het blijkt in Nederland nog niet zo mee