20 juli 1989 - 19 6 van hoofdstuk IV, op pagina 22 van de notitie spitst u deze kinderopvang helemaal toe op onze verantwoordelijkheid als werkgever ten opzichte van de employés van onze gemeente. Daar zijn we het natuurlijk wel mee eens, maar over de door de Soester Zakenkring gemaakte opmerkingen zegt u in het voorliggende voorstel alleen deze opmerkingen voor kennisgeving aan te nemen. Wij denken dat het gemeentelijk bestuur een wat concretere verant woordelijkheid heeft. Naar onze mening zijn de ouders zelf de eerst verantwoordelijken voor het regelen van de opvang, maar de overheid heeft wel de taak waar nodig voorwaardenscheppend te helpen bij het particulier initiatief. In dit licht verwachten wij ook van u de behandeling van verzoeken van particuliere burgers of groepen en wij vragen u dit ook mee te nemen in het beleid. Deze opmerkingen zijn niet bedoeld om overheids middelen, gemeentelijke middelen aan te spreken, want wij denken dat die alleen gericht moeten zijn op steun aan de minst draagkrachtigen in onze samenleving Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag antwoord willen geven op de vragen die zijn gesteld met betrekking tot het nieuwe industrie terrein aan de Nieuwe Gracht. Het beleid van de gemeente is, zoals eerder verwoord, om daar milieuhinderlijke bedrijven naartoe te brengen en verder te kijken hoe wij de lijst met andere Soester bedrijven die daar naartoe zouden willen, zouden kunnen inkorten door de gelegenheid te geven daar naartoe te gaan. Voor wat betreft de opmerking dat wij zouden moeten reserveren denk ik dat het verstandig is om daarover nader van gedachten te wisselen. Als je gaat reserveren kunnen bepaalde zaken niet doorgaan en dan moet je wachten tot iemand zich meldt. Ik ben het met u eens dat we het niet zo zouden moeten doen dat een open stuk industrieterrein te lang ongebruikt blijft. Dat is juist, ik denk dat we dat in ieder geval moeten nastreven. Anderzijds is het zo dat wij in het streekplan recht hebben op acht hectare en dat het huidige nieuwe terrein daar nog onder blijft. Wat dat betreft zal er voor de langere termijn natuurlijk ook nog een discussie moeten plaatsvinden hoe we de restant hectaren in Soest moeten kunnen vinden Wethouder KINGMA: Voorzitter, een opmerking richting de heer Pothuizen over de werkervaringsplaatsen en het leerlingwezen. Ik denk dat we zijn opmerking meenemen en de mogelijkheden zullen bezien bij verdere concrete plannen. Voor wat betreft de opmerkingen van de heer Wijmenga als het gaat over kinderopvang en de reactie van de Soester Zakenkring, geldt denk ik dat u weliswaar een duidelijke reactie heeft gezien op de opmerkingen van de Soester Zakenkring, maar tegelijkertijd er een net iets later binnen gekomen brief van het FNV was die een opmerking ook over hetzelfde onderwerp maakteDaarop is ook gereageerd en ik denk dat u die antwoorden aan elkaar moet knopen om tot het totaalantwoord te komen dat u waarschijnlijk nodig heeft. Als u zegt: kinderopvang als er particulier initiatief is moet ondersteund worden, c.q. steun krijgen van de gemeente, dan denk ik dat het duidelijk is dat daar waar het tot onze mogelijkheden behoort, wij dat doen. Ik moet zeggen dat wij daar de afgelopen tijd ook druk mee doende zijn geweest. Tegelijkertijd duidt u heel voorzichtig op iets dat per 1 januari in ieder geval geldt, dat er een nadrukkelijke stimuleringsregeling vanuit het rijk is om kinderopvang structureel te regelen. Daarvoor gaan aanzienlijke bedragen naar de afzonderlijke gemeenten. Op dat onderwerp en de manier waarop dat gerealiseerd en ingevuld zal moeten worden, komen wij nog nader terug. Daar valt op dit moment geen zinnig woord over te melden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 232