20 juli 1989
- Al -
VOORZITTER: Ja, in Frankrijk!
Heer VISSER: Ja, dat zei ik. Ik geef maar een voorbeeld over een referendum
en hoe de bevolking soms over dingen denkt. Dat kan heel negatief schijnen
bij de heer Plomp, maar het blijkt dan toch later dat het hele positieve
reacties zijn van mensen die wel aanvoelen hoe het moet en vooral weten hoe
het niet moet. Dat wil ik de heer Plomp toch nog even meegeven vanavond.
Heer B0ERK0EL: Mijnheer de voorzitter, de heer Verheus zei het al, ik ben
misschien in de eerste ronde wat lang aan het woord geweest. Maar ik heb
toch mijn emotionele gevoelens willen uitspreken. Ik denk daar nog steeds
zo over. Ik heb wel een paar vragen nog aan het college.
Het college zegt: je moet uit beslotenheid soms dingen doen. Dat klopt.
Beslotenheid, mijnheer de voorzitter op enig moment -en dat is het moment
van onderhandelen- is inderdaad geen probleem. Dat vindt ook de fractie van
de PvdA logisch. Maar dan is dat niet het moment waarop je aan besluit
vorming doet. We doen vanavond niet aan een intentieverklaring, zoals bij
het vorige voorstel. Het vorige voorstel was een intentieverklaring. Wat
hier in de laatste regel van het voorstel staat, voorstel RV 89-142:
"Voorgesteld wordt een krediet van 16.960.901,= te voteren Dat is
heel wat anders dan een intentie uitspreken om tot een bepaalde uitgaven te
komen als de dekking er is. Nog steeds, mijnheer de voorzitter, daag ik de
WD uit om op dezelfde manier waarop wij net tegen onze wethouder gezegd
hebben te zeggen: luister, als je geld uitgeeft, zul je de dekking moeten
aangeven. WD, zegt u het tegen uw eigen wethouder! Als u geld ter
beschikking stelt, 17 miljoen, laat dan de dekking aangeven door het
college dat die 17 miljoen denkt uit te geven. Op het moment dat u dat
niet doet, is het een onjuiste beslissing.
Heer VISSER: Voorzitter, ik neem aan dat de PvdA-wethouder een minderheids
standpunt in uw college inneemt?
roek
kan
dum
het
Heer B0ERK0EL: Mijnheer de voorzitter, straks mag de heer Visser dat
vragen. Ik wil graag even mijn verhaal afmaken. Ik heb het al eens eerder
gezegd, ik zit nog maar drie jaar in deze raad, maar ik ben wel benieuwd of
de provincie een kredietvoorstel zonder een meerjarendoorrekeningzonder
een financiële onderbouwing, goedkeurt. Ik vraag mij dat af. Ik denk nog
steeds dat we op een onjuiste manier bezig zijn.
Mijnheer de voorzitter, de wethouder van sport en ruimtelijke ordening
heeft gezegd dat de opsomming, de lijst die ik genoemd heb, enorm is. Dat
is het ook, maar ik heb er ook steeds bij aangegeven dat er op geen moment
een inhoudelijke discussie geweest is, niet over de financiën en niet over
het zwembad zelf. Elke keer werden beide vooruitgeschoven omdat er
onvoldoende gegevens waren.
Verheugd was ik met het antwoord van de wethouder dat de exploitatie binnen
de marge moet, met de nadruk op moet, blijven die de raad in 1986 heeft
aangegeven. Dat was anders dan de heer Verheus zei, dat was het tekort van
het Soester Natuurbad, het tekort van De Turf en de opbrengst van het
Soester Natuurbad. Er is niet over de Trits gesproken. Maar geen probleem,
ik denk dat we daar ook nog overheen zouden komen. Wat veel belangrijker
is, mijnheer de voorzitter, dat is het volgende. U heeft, zegt u, een
adviseur in de arm genomen. Overigens niet op voorstel van deze gemeente
raad, u heeft dat zelf gedaan en ik denk dat u dat juist gedaan heeft. De
vraag is natuurlijk wel: de adviseur moet gaan onderhandelen met mogelijke
exploitanten en ik ben razend nieuwsgierig -misschien kunt u dat ter inzage
leggen- wat de adviseur vindt van de haalbaarheid van de onderhandelingen
die hij moet gaan plegen met die exploitanten.