21 september 1989 - 8 - Ik wil bovendien nog even inhaken op wat in het begin van de vergadering door de heer Pothuizen werd gezegd voor wat betreft die voorbereidingsbesluitenIndien er een bestemmingsplan wordt vastgesteld is dat voor wat betreft die voorbereidingsbesluiten natuurlijk erg gelukkig voor dit gebied, dan hebben we hier een stapje gezet op de weg die de heer Pothuizen bij de aanvang van de vergadering eigenlijk bedoelde te gaan. Heer POTHUIZEN: Als de inhoud is zoals ik het hebben wil, zeker ja! Wethouder MENNE: Maar het is dus wel zo, als u daar een bestemmingsplan hebt, dan hoeft u daar geen voorbereidingsbesluit over te nemen. Tenslotte, wil ik toch niet voorbijgaan aan de gedachte dat hier in de raad toch op dit moment ook tegenstanders zijn -ik kan het niet anders betitelen- dan dat men de wind uit de zeilen wil nemen bij de verschillende werkgroepen, de actiegroepen die nog niet in de raad zijn vertegenwoordigd. Laten we dat ook wel even gezegd hebben, dat dat absoluut een factor is die hier toch tegenstanders in de raad doet ondersteunen. Bij elkaar genomen Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, mag ik u vragen of de wethouder nu spreekt namens het college of spreekt de wethouder nu namens weet ik wie? VOORZITTERWethouder Menne had het woord, hij mag het zelf zeggen. Wethouder MENNE: Ik heb de eerste persoon enkelvoud voor de laatste factor die hier speelt gebruikt. Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat u zostraks de heer Menne het woord gaf om namens het college antwoord te geven op vragen. Ik weet niet of het dan gebruikelijk is dat er tussen de regels door of soms zelfs met regels gebruik gemaakt wordt van het feit dat de heer Menne namens zichzelf of namens een politieke partij praat. Als dat de bedoeling is, dan moet u voortaan even waarschuwen, want dan kunnen we ons instellen op de antwoorden namens het college of namens zomaar iemand. VOORZITTERLaat wethouder Menne eerst uitspreken. Wethouder MENNE: Het kan de duidelijkheid dienen. Daarom heb ik gesproken zoals ik gesproken heb. VOORZITTER: Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat er een tweede ronde nodig is, want er waren alleen maar stemverklaringen in de eerste ronde. Heer VAN DEN BREEMER: Mijnheer de voorzitter, ik wil toch via u een klein woord richten aan de heer Visser. De heer Visser houdt blijkbaar precies bij wat er in de CDA-fractie verandert en daardoor kunnen er ook veranderingen optreden in het beleid. Maar de heer Visser vergeet waarschijnlijk dat door de tijd dat hij daar blijft zitten bij Progressief Soest alleen maar gedacht wordt aan steeds opkomen voor een klein groepje van de Soester burgers, terwijl de CDA-fractie probeert de grote meerderheid van de Soester bevolking, de belangen daarvan te dienen. De heer Ebbers woont vanaf dit moment de vergadering bij(notuliste) Heer VISSER: Ach, ik zeg altijd, zolang die stemhokjes van boven open zijn stemmen de meeste mensen niet principieel op het CDA, maar gewoon omdat hun man zo stemt of omdat ze het altijd gewend waren. Maar als je in Soest ook

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 267