23 oktober 1989 - 14 - college willen opmerken dat bij de besluitvorming van de volkshuisvestings- nota aspecten die rond woningbouw van belang zijn opnieuw worden afgewogen. Dat is een algemene opmerking. Voor wat betreft het bouwen voor ouderen worden door uw fractie enkele suggesties gedaan ten aanzien van lokaties die in particuliere handen zijn. Afgetast zou kunnen worden of er mogelijkheden zijn om met die particulieren afspraken te maken, waarbij uiteraard de particulier zelf mogelijk ook andere ideeën over de invulling van zijn of haar terrein heeft dan wij zouden hebben. In ieder geval zijn er contacten. Een toezegging in dit kader om binnen een half jaar met concrete voorstellen op die terreinen te komen, zou naar het oordeel van het college toch niet realistisch zijn omdat wij afhankelijk zijn van die particulieren die mogelijk hun eigen ideeën daarover hebben. Wij staan als college niet afwijzend tegenover het verlenen van medewerking aan het bouwen van woongroepen voor ouderen. Plannen daartoe zullen we voor wat het college betreft, een goede kans willen geven. Gelet op de aard van de gevraagde voorziening zal het indienen van een concreet plan gaarne overgelaten worden aan het particuliere initiatief. Mijnheer de voorzitter, de PvdA maakt ook enkele opmerkingen over de woonomgeving en zou graag een versnelde aanpak willen. We hebben er een paar uitgelicht. Voor wat betreft de Eng wordt gedacht aan uitbesteden. Gericht de zaak een gericht plan maken in het voorjaar van 1990 en uitvoeren in het najaar van 1990. Dus plannen eind 1990 zullen wij dus de uitvoering hebben. Dan gaat het over de Eng. 't Hart heeft op dit moment geen prioriteit omdat wij van oordeel zijn dat de woonomgeving er nog goed uitziet en goed functioneert. Met uitzondering, naar ons oordeel, van de Schaepmanstraatdie in 1990 wordt aangepakt. Daarnaast wordt het binnenterrein Hartweg, Schaepmanstraat, Groen van Prinstererstraat nader bezien. Nog een detail over de woonomgeving in het Smitsveen. De uitvoering is gepland tussen de jaren 1990 en 1994, de eerste fase start in het voorjaar van het komende jaar, van 1990 dus. Voor wat betreft het verkeersbeleid zijn er al door mij enkele opmerkingen gemaakt. Er is ook een amendement ingediend door de PvdA met betrekking tot de besteding van 100.000,- Dat amendement luidt: besteding van 100.000,- voor de oplossing van subjectieve veiligheid. Het college is van mening dat het goed zou zijn thans daar geen uitspraak over te doen, maar in de commissie r.o. aan de hand van een te produceren stuk over deze materie nader van gedachten te wisselen omdat het wellicht toch wat te gecompliceerd is om daar hier direct uitspraken over te doen, respec tievelijk uitspraken aan het college te ontlokken. Gaarne dus deze zaak verwijzen naar de commissie om daar de zaak dus precies op een rijtje te zetten en uitvoering te geven, zo mogelijk, aan hetgeen gewenst is. Artikel 19-proceduresdaar worden door andere fracties ook opmerkingen over gemaakt. Ik heb het nu over ruimtelijke ordening natuurlijk. De artikel 19-procedures worden, zoals bij u bekend is, veroorzaakt door het verlenen van medewerking aan bouwplannen die afwijken van bestemmings plannen. Of deze nu van recente datum zijn of niet. Iedere bouwaanvraag die niet past in een bestemmingsplan moet volgens het herziene besluit ruimtelijke ordening worden behandeld als een verzoek om een artikel 19- procedure. Willekeur hierbij zou slechts kunnen ontstaan bij niet consistent beleid ten aanzien van de medewerking aan artikel 19- procedures Zoals bekend legt het college deze zaken ook steeds aan de commissie voor, de commissie kan daar dus een oordeel over geven. Ik geef dus aan bij deze dat het besluit r.o. daarom vraagt. Een andere opmerking over ruimtelijke ordening is dat we in januari zullen willen komen met een voorstel hoe wij bestemmingsplannen sneller tot stand kunnen brengen en welke middelen daarvoor nodig zijn. Die opmerking heb ik al gemaakt, ik herhaal dat nog even, ik heb het dacht ik bij een vorige

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 289