25 oktober 1989 - 4 - voor; de heer Blaauw, voor; mevrouw Meijer, voor; de heer Van Esseveld, voor; mevrouw Gerritse, tegen; mevrouw Tomassen, voor; mevrouw Weidema, voor; de heer Baks, tegen; de heer Krijger, voor; de heer Kingma, tegen; de heer Verheustegen; de heer Oudemans, voor; de heer Mennetegen; de heer Van den Breemer, tegen; de heer Wijmenga, tegen; de heer Danvers voor; mevrouw Blommersvoor; de heer Boerkoel, voor; mevrouw Stekelenburg, voor; mevrouw Greefhorst, tegen. De motie is met 14/11 aanvaard. VOORZITTERHebt u inmiddels de tekst die is rondgedeeld gelezen? Heer POTHUIZEN: Voorzitter, het moment waarop de motie ingediend wordt is natuurlijk niet het meest gelukkige. Maar we proberen altijd een ieder de ruimte te geven. Ik neem ervan kennis dat het kennelijk in belangrijke mate gaat over het rapport, de vraag of wij beschikken over de kennis neergelegd in het rapport van de Algemene Rekenkamer. Van de kant van het CDA is dat eigenlijk op tafel gebracht. Nu wordt aan u gevraagd om er iets mee te doen. Het is wat ons betreft om het even. Beide moties lijken ons wel aardig. Maar wat ons nu natuurlijk wel intrigeert is hoe wij aan die cijfers van de Algemene Rekenkamer komen. Kan een van de twee fracties ons even vertellen dat wij die binnenkort van hen of van u kunnen krijgen? VOORZITTERWij hebben kennis genomen van de motie. Daarmee hebben wij even weinig moeite als met de andere, de eerste. We kunnen er lang en kort over praten, of zeggen: beide moties zijn aanvaard. Zullen we het zo maar doen? Amendement nr. 6, verhoging van de hondenbelasting. Daar is een discussie over geweest. Sommigen zijn er niet zo voor en sommigen weer wel. Wij hadden geen bezwaar. Ik denk dat ik maar gewoon stem. Dan zien we het wel. Heer KRIJGER: Mag ik dan verklaren waarom wij tegen stemmen? Wij zijn wel voor een aantal overwegingen die in de motie staan, dat men meer zou moeten doen aan de bestrijding van hondenoverlastEr zijn in Soest al experimenten gaande, die willen wij betrekken bij concrete beleids voorstellen wat te doen. Dat ontbreekt aan de onderbouwing op dit moment van de motie van de PvdA, terwijl het wel betekent dat het de zoveelste verhoging is die door de mensen als niet-rechtvaardig beschouwd zou kunnen worden: gewoon meer een doelbelasting of meer belasting halen, zonder daar direct een doel aan te geven. Als het gepaard kan gaan te zijner tijd met een aantal concrete maatregelen, mede gebaseerd op de experimenten die in Soest lopen, dan zouden wij kunnen overwegen om met een verhoging mee te gaan. Nu is het botweg een verhoging en daar zijn wij tegen. Heer VERHEUS: Twee dingen, voorzitter, ik heb begrepen dat er een aantal leerlingen op de publieke tribune zit. Het is misschien voor hen toch wel wat aardiger als de moties zouden kunnen worden voorgelezen. Die weten natuurlijk van toeten noch blazen, die jongens. Een tweede opmerking, over de motie zelf. Wat de heer Krijger zegt is eigenlijk onze motivatie ook. Op dit moment stemt onze fractie tegen deze motie VOORZITTER: Ik heb van de heer Krijger begrepen dat hij gedeeltelijk voor en gedeeltelijk tegen is. Dus zoals het er ligt tegen, neem ik aan. Maar als we stemmen zijn we het vlugste klaar, denk ik. Heer POTHUIZEN: Ik ben het met u eens, als we stemmen zijn we vlug klaar. Maar we mogen ook stemverklaringen afleggen en ik sluit mij dan toch aan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 323