25 oktober 1989
- 11 -
Heer POTHUIZEN: Vertelt u dat nu eens heel vrolijk, mijnheer Visser.
Heer VISSER: Ik vertel het gewoon met opgewekte tegenzin. Het moet gewoon
duidelijk overkomen in deze gemeente Soest dat wij op het punt staan de
grootste blunder in deze vierjarige periode te maken, die we ooit hebben
gemaakt. Op bladzijde 2 staat dat een glashelder zicht op het uiteindelijke
resultaat in dit stadium nog niet kan worden gegeven. Nou, daar gaat het
natuurlijk om. Glashelder? Het is volkomen matglas wat hier gebeurt. Wij
staan op het punt dingen te doen waarvan niet te overzien is -tenzij de
wethouder straks ons kan vertellen hoe het nu zit met de onderhandelingen
die gevoerd worden- of we niet op het punt staan een groot bedrag in het
water te smijten. Ik begrijp dat de wethouder van financiën straks met zijn
mond vol tanden staat en ik ben benieuwd wat hij nu weer allemaal te berde
brengt om dit te verdedigen. Hij heeft getracht 3h jaar lang te bewijzen
dat hij de ijzeren wethouder is, die zo goed op de centjes kan passen,
terwijl hier toch duidelijk een poging wordt gewaagd om werkelijk in het
diepe te springen, terwijl de heer Menne niet kan zwemmen. Gelukkig is er
één wethouder die op het laatste moment -we hebben maandenlang hierop
moeten wachten totdat hij eindelijk over de streep ging- onder dwang van
zijn fractie gezegd heeft dat hij nu een minderheidsstandpunt gaat innemen.
Ik citeer letterlijk, hij vindt: "dat eerst meer duidelijkheid moet
ontstaan over de onderhandelingen met de gegadigden voor de private
exploitatie". Nou, dan is er toch één in dat hele rijtje naast u,
voorzitter, die zijn gezonde verstand gebruikt, weet dat we hier op dit
moment op het punt staan iets te doen wat echt niet kan, waar heel Soest
het ook niet mee eens is. Wij proberen hier gewoon al onze reserves in het
zwemwater te gooien en Soest dus met het badwater weg te gooien. Wat moet
je er nog meer van zeggen, voorzitter? Op bladzijde 2 staat iets over de
positie van de werkgever. Dat vereist een zorgvuldige procesgang. Maar de
gemeente is natuurlijk meer dan alleen maar werkgever. De gemeente moet
passen op het geld van de burgers. Dat gebeurt hier niet. Voorzitter, ik
vind het schandalig dat dit voorstel, ondanks dat de duidelijkheid die ons
beloofd is er niet is (ik heb alle notulen daarover bewaard en
aangestreept, in september zou er duidelijkheid komen), hier nu voor ons
ligt. Ik stel de raad voor om dit raadsvoorstel niet te aanvaarden.
Mevrouw STEKELENBURG: Voorzitter, wij hebben menigmaal gezegd wat we ervan
vinden en wat we ervan denken. We willen een binnen- en een buitenzwembad.
We hebben nooit gevraagd om een sporthal. U presenteert ons nu iets waar we
absoluut de financiën niet van kunnen overzien, nu niet en waarschijnlijk
over een heleboel maanden ook niet. We zitten ermee. We zullen dus tegen
dit voorstel stemmen.
Heer VERHEUSMijnheer de voorzitter. In de commissie ruimtelijke ordening
heeft mevrouw Greefhorst al duidelijk weergegeven hoe onze fractie over dit
onderwerp denkt. Toch een paar kanttekeningen. Het behoeft denk ik geen
nadere uitleg dat onze fractie het ook betreurt dat sinds juli er feitelijk
nog steeds geen getekend contract ter tafel ligt met een mogelijke
exploitant van dit complex. Dat is -dat wil ik voor alle duidelijkheid wel
zeggen- geen verwijt aan het college. Mijn fractie betreurt het wel, in
tegenstelling tot wat de heer Visser net zei, dat het college in deze zaak
niet unaniem het voorstel steunt. Collegiaal bestuur moet ons inziens
prevaleren boven persoonlijke of partijpolitieke belangen.
Heer POTHUIZEN: Koste wat het kost, zeker, mijnheer Verheus