16 november 1989
- 2 -
heten hier in Soest.
Tenslotte wil ik ook nog welkom heten onze Engelse gasten, Mr. en Mrs
Thatcher. We know that you receive a lot of invitations and we are very
glad that you excepted oursThank you very much.
Dan last but not least, nu we toch in het Engels bezig zijn, uiteraard
welkom aan alle anderen die vanmiddag in ons midden wilden zijn.
Dames en heren, bij een gelegenheid als deze past het om richting nieuwe
burgemeester te kijken. De heer De Widt heeft inmiddels plaatsgenomen
achter de collegetafel en zal dat hopelijk nog vaak doen. Mogelijk niet zo
vaak meer in deze ruimte, omdat bekend is dat wij in Soest binnenkort een
echt raadhuis gaan krijgen. Vandaar dat wij blij zijn hem in ieder geval
nog even de gelegenheid te geven om een paar keer in ons vertrouwde
raadzaaltje aanwezig te zijn.
Bij een welkom als dit denk je natuurlijk terug. Ik denk zeker dat de heer
De Widt dat zal doen, aan het moment waarop hij ongeveer zes jaar geleden
in Best werd geïnstalleerd. Uit zijn rede in Best uitgesproken, dacht ik
vorige week, bleek dat het toen zeer slecht weer was met lichte buien en
onweer. Ik weet niet of dat symbolisch gezien moet worden, misschien een
klein beetje. In ieder geval is het zo dat het vandaag in Soest fantastisch
weer is, geen wolkje aan de lucht, haast geen zuchtje wind. Ik denk dat dat
een heel goed voorteken is voor de komst van de heer De Widt als nieuwe
burgemeester van de gemeente Soest.
Een delegatie van de gemeente Soest heeft zich uiteraard al vorige week
begeven naar het afscheid van de heer De Widt in de raadzaal van Best. Die
zag er uiteraard even iets anders uit dan deze raadzaal, maar ik denk dat
onze Beste gasten al gewend zijn aan de ruimte die wij daarvoor hier op dit
moment hebben. Wat daar opviel aan de delegatie uit Soest was eigenlijk de
ontvangst die ons daar ten deel viel. Wij, noorderlingen, werden ontvangen
op diverse plaatsen met uitdrukkingen als: "Jullie komen onze burgemeester
weghalen, jullie zijn kapers uit het noorden." U zult zich kunnen
voorstellen dat wij, als vertegenwoordigers van het college, ons op dat
moment niet zo happy voelden en het gevoel hadden dat wij teruggingen in de
historie waar Noormannen de rivieren overstaken om daar in Brabant allerlei
dingen uit te halen en mogelijk de beste mensen daar weg te halen. Dat
gevoel hadden wij even, vandaar ook dat wij in de raadzaal, waar iedereen
rustig het woord voerde, toch even om ons heen hebben gekeken of de kust
voor ons wel veilig was. Al gauw bleek dat het geval te zijn, met name toen
de voorzitter van het burgemeestersconvent, als ik het zo mag noemen, in
Best en omstreken ons meedeelde dat er eigenlijk geen sprake kon zijn van
een kaping, wat zou betekenen dat wij mensen kwamen weghalen, maar dat het
veeleer zo was dat de burgemeester van Best in casu de heer De Widt zelf
het initiatief had genomen om ergens anders naar te solliciteren. Ons werd
uitgelegd, ook door de voorzitter van de burgmeesterskring -dat was voor
ons een interessant gegeven- dat er blijkbaar onder burgemeesters een
soort handboek rondgaat waarin precies wordt aangegeven hoe je naar grotere
plaatsen kunt solliciteren. Vandaar ook dat wij met dat gegeven konden
werken en de indruk hadden dat wij geen kapers meer waren, maar dat er
inderdaad wat dat betreft eigen initiatieven een rol speelden. Wat we daar
ook merkten, maar niet alleen daar, uiteraard ook in de berichtgeving die
wij in Soest kregen en ook de commentaar vanuit de bevolking en de raad
hier in Soest, was dat wij te maken hadden met een burgemeester die wij
naar Soest kregen die over bijzondere eigenschappen beschikte en die
eigenlijk zeer veel goede kwaliteiten bezat. Nu is het zo dat je dan
natuurlijk om die kwaliteiten beter te kunnen begrijpen terug kunt kijken
naar iemands achtergronden. Al gauw begrepen wij dat niet vreemd aan een en
ander was het feit dat de vader van de heer De Widt ook burgemeester was
geweest en dat hijnaar wij mogen vermoeden, met zijn zoon nog wel eens de