- 10 -
16 februari 1989
- 11 -
het
nwe z i g
nnen
at zou
r er
op een
o niet
te
van
tat de
de
i er al
tl
ch
zelfs
iten zich
;n
jeren van
t de
ilieren
wij ons
critiek.
ian op te
het om
wat ons
en gezien
de
sch afval
en we
nog
irom zou
'thouder
ap zichzelf
Hen
eb
14 februari
ig met een
ekking tot
e zijn nu
bezig met het houden van een enquête met betrekking tot de bereidheid van
de bevolking tot deelname aan dit soort zaken. Ik zou me kunnen voorstellen
dat ook in het kader van die voorlichting en in het totaal daarvan ook een
dergelijke enquête hier in Soest op zichzelf bijzonder plezierig zou zijn
om eens te weten wat de burger zou willen doen en of men mee wil werken aan
een schoner milieu. Deze enquête die dus nu in Zeist gehouden wordt,
misschien dat wij op grond van deze enquête en deze enquêteformulieren
eenzelfde onderzoek ook hier zouden kunnen starten, te meer daar u ons ook
hebt toegezegd om met betrekking tot de g.f.t.-inzameling te kijken of dat
daaraan gekoppeld zou kunnen worden. In mei 1989 hoopt Zeist die enquête
afgerond te hebben. Ik dacht dat het misschien mogelijk zou kunnen zijn dat
Soest van dezelfde zaken gebruik zou kunnen maken. We hoeven niet elke keer
het wiel weer opnieuw uit te vinden.
Heer MEILOF: Voorzitter, mijn gedachten hierover zijn vrij positief, dat we
hier een stap vooruit gaan. Ik blijf het een kleine stap vinden. Ik vind de
geluiden die ik hierover hoor iets te positief. Mijn eigen ervaring met het
brengen van klein chemisch afval is dat ik laatst bij een fotograaf kwam
waar ik vroeg of ik makkelijk mijn fotochemicaliën hier kwijt kon. Hij zei:
doe dat alstublieft niet en breng het gelijk even naar de brengplaatswant
ik heb er een hekel aan als ik al die rommel hier krijg. Ik denk dat er
meer mensen zijn die hier wel in principe aan mee willen werken, maar die
er zelf een afkeer van hebben omdat het een hoeveelheid extra rommel geeft.
Mijn ideaal is dat we hier ook een systeem inbouwen, gekoppeld aan het vuil
ophalen met de wagens en dat er iedere twee weken of iedere maand een
mogelijkheid is om batterijen en al die dingen direct af te geven in
plastic zakjes. Er zijn plaatsen waar experimenten op dit gebied zijn en ik
hoop dat we er gauw aan toe zijn met de hele organisatie van het vuil
ophalen, de overslag en alles, dat we hier een stap verder in komen en dat
we het de burger makkelijker maken. Een ander voorbeeld dat ik tegen ben
gekomen is dat van een hoofd van een school die vertelde: alleen op het
moment dat wij een directe actie plegen op dit gebied komen de kinderen
met veel batterijen aan, op het moment dat we het een paar weken niet
genoemd hebben komt er geen batterij meer binnen. Zo is de praktijk nu
eenmaal. Wat dat betreft, het is best wat we gaan doen, maar het is nog
steeds enigszins minimaal.
Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, toen ik vorig jaar bij de
voorjaarsnota mijn bezorgdheid uitsprak voor het milieu in het kader van
mijn pleidooi voor het gescheiden ophalen van ons huisvuil en ik daarbij de
ozonlaag noemde, barstte een groot deel van deze gemeenteraad in lachen
uit. Ik was toen geschokt door de onwetendheid van deze raadsleden. Maar de
Koningin heeft dezelfde zorg uitgesproken in haar kerstrede, dus neem ik
aan dat ook de gemeenteraad van Soest zich nu bewust is hoe ernstig de
kwestie is. Als we zo doorgaan, vernietigen wij onze aarde. Zeventien jaar
geleden werd dit door de Club van Rome al vastgelegd in een rapport,
organisaties als Milieudefensie, Natuur en Milieu waarschuwen al jaren.
Onlangs riep de scheidende voorzitter van het Christelijk Boeren- en
Tuindersverbond in zijn afscheidsrede nog op tot een milieubewustere
houding van de boeren ten opzichte van de mestproblematiek. We kunnen ons
er niet meer van afmaken met de opmerking dat we het niet wisten.
Mijnheer de voorzitter, het voorstel dat nu voor ons ligt is een stap in de
goede richting. Ik zeg slechts een stap, want er is meer voor nodig dan de
30 punten waar de Soester bevolking haar klein chemisch afval kan brengen.
Ik waardeer het dat de detailhandel bereid is mee te werken. Dit zal echter
niet voldoende zijn. Eenmaal per maand zal de chemokar op verschillende
plaatsen of huis aan huis de rest moeten ophalen. Uit de rapportage van