21 december 1989
- 10 -
waarom ik wel voor dit voorstel stem. Naast alles wat nu al gezegd is, denk
ik dat het juist zinnig is om aan een platform deel te nemen. Deelnemen aan
bepaalt toch al mee de zinnigheid. Ik denk dat de deelnemers bepalen in
hoeverre zo'n platform werkelijk effectief kan zijn. Het feit dat we als
diverse gemeenten met mensen vanuit verschillende invalshoeken met elkaar
nadenken over wat vrede is en in hoeverre we daar in onze gemeenten
gestalte aan kunnen geven, op zich zo'n waardevolle zaak is, dat het daarom
voor mij de moeite waard is om daaraan mee te doen.
VOORZITTER: Als ik dan namens het college mag reageren? Ik denk dat het
niet meer goed zou zijn als ik nog eens een keer de doelstellingen noem,
want die heeft de heer Visser al genoemd. Degenen die voor dit voorstel
zijn, hebben de argumenten genoemd.
Ik wilde wel nog even in de richting van de heer Meilof reageren. U ziet
het ook in ons voorstel staan, dat de initiatiefnemers en de organisatoren
van het Platform duidelijk zeggen dat er afgesproken is dat geen
vredespolitieke uitspraken namens de aangesloten leden gedaan zullen
worden. Een paar zinnen verder schrijven wij in ons voorstel ook dat de
aangesloten gemeenten zelf de inhoud van het vredesbeleid bepalen in de
eigen gemeente en volledig vrij zijn om te bepalen of aan de eventuele
gezamenlijke initiatieven zal worden deelgenomen. Dat in de eerste plaats.
In de tweede plaats: een platform is juist heel goed om, ook al zijn wij er
misschien al verder in of minder ver in, daar anderen te ontmoeten die
ideeën hebben of die al dingen hebben ontwikkeld waarvan wij zeggen: die
hoeven wij niet meer uit te vinden, dat heeft een ander al gedaan, dat
kunnen wij ook goed gebruiken en overnemen. Anderen kunnen misschien weer
iets van ons leren. Dus wij denken toch dat het een goede zaak is om
hieraan mee te doen. Als je er niet aan meedoet, ben je er ook niet bij en
kan je er ook niet over meepraten, dan kan je niet sturen, enfin, dan ben
je er gewoon niet bij. Bovendien, over twee jaar vindt er een evaluatie
plaats en dan is het weer aan u om te beoordelen of we ermee doorgaan en in
welke vorm, of dat we ermee stoppen. Dat zien we dan wel weer.
Heer MEILOF: Voorzitter, dat laatste wat uw zegt, over twee jaar toetsen we
dat, dat is heel leuk en dat geloof ik ook. Op het moment dat er dan echt
niets gebeurd is en u gaat daar bijvoorbeeld heen, naar dat Platform, en u
hebt ook vrijwel nooit verslag kunnen uitbrengen, want om alles na te gaan
zeggen wat die anderen daar gezegd hebben is stomvervelend, dan blijven we
erin! Perfecte zaak, want dan is er helemaal niets gevaarlijks gebeurd en
zijn we allemaal dik tevreden. Heerlijk zinloos. Ik vind het echt jammer
van uw tijd of van de tijd van de ander die daar heen gaat.
VOORZITTER: Wie wenst verder nog het woord in tweede termijn? Niemand. Als
ik dan de heer Meilof mag antwoorden? Ik heb die termijn van twee jaar
genoemd, dat staat ook in het raadsvoorstel. Alleen ik vind het jammer dat
u nu al denkt dat als ik daar als afgevaardigde naar toe ga, ik u niet op
de hoogte zou houden van wat ik daar beleef. Ik ben wel van plan om u te
informeren, dat wil ik ook graag doen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de
kanttekening dat de heer Meilof, de heer Wijmenga en de WD-fractie geacht
willen worden tegen te hebben gestemd.
Voorstel tot het sluiten van een overeenkomst tot het doorgeven op de CAI
van de Kabelkrant.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, wij gaan akkoord met het voorstel, maar wij