21 december 1989
- 14 -
Heer KRIJGER: Ik beluister iets vreemd in het antwoord namens het college
van de heer Van Logtenstein: iets of niets. Kan hij dat toelichten voordat
ik in tweede instantie doorga? Als die twee pagina's niet worden
ingeleverd, haakt de Combinatie dan af?
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Dat zal moeten blijken. Dat is niet zo hard op
tafel geweest. Het zou ook onverstandig zijn. Kijk, we hebben gezamenlijk
gepoogd om door inspanningsverplichtingen te voldoen aan beider wensen. Ik
weet niet of ze afhaken, dat zou ik niet kunnen beoordelen.
Heer KRIJGER: Dan ga ik ervan uit dat ze niet afhaken. Dan ga ik er ook van
uit dat wij onze inspanningsverplichting via de stafafdeling voorlichting
volhouden om het Soester niveau van de Kabelkrant hoog te houden en de
volle tien pagina's maximaal gebruiken. Niet na 1 maart, nee, vanaf 1
januari zoals het ook nu eigenlijk al moet gaan lopen. Als men als
Combinatie daar bezwaren tegen heeft, dan denk ik dat er misschien een open
situatie gaat ontstaan. Legt u dat maar op tafel bij de Combinatie.
Heer MEILOF: Idem.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik heb beluisterd dat een groot deel
van de aanwezigen hier zou willen zien dat we die twee pagina's niet
uitlenen, ook op dit moment niet. Ik vind dat zelf natuurlijk jammer, maar
de raad beslist. Ik zal mij daar zeker bij neerleggen als dat zo is.
VOORZITTER: Kan de raad ermee instemmen?
Heer BOERKOEL: Ik neem toch aan met de wijziging zoals door de WD, de heer
Meilof en ons is ingegeven.
VOORZITTER: Ja. U heeft gehoord wat de wethouder gezegd heeft. Zoals de
wethouder het net geformuleerd heeft akkoord?
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
10. Voorstel tot het aangaan van een vaste geldlening ad 10.000.000,=
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
11. Voorstel tot het opheffen van het gemeentelijk kampeerterrein en het
verkopen van een terrein van circa 2,23 ha aan de heer G. Faassen te Soest.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van een
50% bijdrage in de kosten van de aanleg van een riolering tot een maximum
van 10.000,—
Heer KRIJGER: Mijn fractie gaat akkoord, daar gaat het niet om. Ik dacht
dat het een hele lange voorgeschiedenis had om te komen tot een voorstel
dat hier in een keer door de raad -daar mag ik toch van uitgaan- wordt
aanvaard. Er is zeer veel overleg gepleegd. Ik wil graag een hele
gemoedelijke uitleg -dat mag ook wel eens gevraagd worden in deze raad-
waarom een deel van het college, dat naar ik aanneem ook al die jaren
betrokken is geweest bij de besprekingen, tot een ander standpunt komt. Kan
dat toegelicht worden? Of was er geen redelijk alternatief te bedenken?