16 februari 1989
- 20 -
standpunt dat eerst een vergunning verleend moet worden en dat de gemeente
zelf wel kan gaan bouwen, en bij een burger die een bouwaanvraag heeft
ingediend en vooruit loopt op zijn vergunning en aan het bouwen gaat een
andere instelling heeft?
VOORZITTERIk denk dat dat niet het geval is. Wethouder Mennewilt u dat
nog een keer uitleggen?
Wethouder MENNE: Als ik de aangewezen persoon ben. Dit ligt een beetje op
het terrein van bouwzaken, maar het ligt voor de hand, mijnheer Beijen, dat
wij dat inderdaad niet doen. Wat ik zei, we houden ons aan de wet. Er wordt
hier gewoon een gedeelte van de lokaliteiten ingericht die verder geen
verbouwing nodig hebben. Er wordt alleen een rek geplaatst of accommodatie
die Spullenhulp daarvoor nodig heeft. Zodra er andere dingen gebeuren die
een bewijsstuk vergen officieel, dan moet dat eerst gebeuren voordat we
daaraan beginnen.
VOORZITTERHet is soms beter om niet te vragen, maar te doen.
Heer GELDER: Geldt dat ook voor het kappen van bomen, voorzitter?
VOORZITTERDaar had ik al op geattendeerd. Ik stel voor dit voorstel aan
te nemen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
15. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het Landelijk
Gebied en Soestdijk-Noord.
Heer VISSER: Voorzitter, het landelijk gebied is toch eigenlijk nog steeds
het meest kwetsbare gebied binnen onze gemeentegrenzen. Daarom is het
voorbereidingsbesluit natuurlijk erg verstandig. Maar ik heb nog steeds een
naar gevoel over de vragen aan het begin van deze raadsvergadering,
waarbij toch ook een stukje landelijk gebied ter sprake kwam waar blijkt
dat daar van alles mogelijk geweest is. Dan kan de wethouder wel
demagogisch verklaren dat je niet achter elke boom een ambtenaar neer kan
zetten om te controleren wat er gebeurt, maar als dat voor het hele
landelijk gebied geldt, dan hebben we inderdaad heel wat ambtenaren nodig.
Maar als alerte burgers u erop wijzen dat er dingen gaande zijn die niet
deugen, dan moet u zich niet proberen ervan af te maken en de zaak te
bagatelliseren door te zeggen dat er eigenlijk maar een beetje gesprokkeld
wordt of dat het allemaal wel alert behandeld is.
Daarom vrees ik ook voor de grafheuvels die in het landelijk gebied liggen.
Ik vond vanavond een brief op mijn tafel hier dat wij aanstaande zaterdag
daar gaan kijken met de commissie r.o. Dat is 40 uur voordat die excursie
plaatsvindt. Ik vind dat wel een beetje een uitnodiging op korte termijn.
Ik herhaal dat wij het buitengebied zorgvuldig moeten beheren. Als ik dan
vanavond een brief thuis krijg met een aanvraag voor een bouwvergunning op
de Van Weerden Poelmanweg 1 waar bijstaat dat het ook vooruit loopt op dit
bestemmingsplan en dat we daar maar alvast iets neer moeten zetten voor de
militairen op wat eigenlijk natuurterrein is, dan denk ik: waarom maken wij
nog bestemmingsplannen? Is het niet een beetje voorbarig om voorbereidings-
besluiten te nemen en dan toch maar op alle mogelijke manieren dingen toe
te laten die eigenlijk niet kunnen? Kunt u daar nog eens uw licht over
laten schijnen?
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, ook ik kom toch weer terug bij het begin waar u