16 maart 1989
- 7 -
stand van zaken en met betrekking tot het Soester Natuurbad-project is ook
volstrekte helderheid. De raad heeft zelf ook besloten tot verkoop, dus ik
distantieer mij van de opmerkingen van de heer Van Gelder als zou er
onduidelijkheid zijn. Er wordt verslag gelegd en verslag uitgebracht van
hetgeen gebeurd is, behalve dan in dit geval het verslag dat net aan de
orde kwam. Iedereen weet precies wat er aan de hand is, iedereen weet ook
precies dat wij bezig zijn om op allerlei terreinen de zaak verder te
onderbouwen. In iedere commissievergadering is het mogelijk om daar vragen
over te stellen. Het is dus onjuist om te stellen dat er onduidelijkheid
over is, mijnheer de voorzitter.
VOORZITTER: Ik stel voor de discussie af te ronden. Zoals ik de vorige keer
ook heb gedaan bij vragen van de heer Visser, wil ik nog eens wijzen op lid
4 van artikel 24 waarin staat: "De vragen worden in de regel onmiddellijk
ter vergadering beantwoord. De indiener van de vragen en de overige leden
kunnen nog een vraag over hetzelfde onderwerp ter nadere opheldering
stellen en deze op beknopte wijze toelichten." Dus het is echt een
vragenspel en we moeten oppassen dat dit soort zaken uitlopen op volledige
debatten, want dat vind ik eigenlijk niet juist.
Heer VISSER: Voorzitter, staat er ook bij dat u die vragen naar de
raadsleden had moeten toesturen? Want ik heb ze niet thuis gehad.
VOORZITTER: Dat staat er niet bij, mijnheer Visser, er staat ook niet dat
ze thuis gezonden moeten worden.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel aan
de Koningsweg (sectie G nr. 8853 (ged))
Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan "Mercury"
De voorstellen 4 en 5 worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het aangaan van het lidmaatschap van de vereniging Raad der
Europese Gemeenten en Regio's, afdeling Nederland (REGR)
Heer MEILOF: Voorzitter, de vereniging Raad van Europese Gemeenten en
Regio's, de REGR, heeft een aantal doelstellingen. Die doelstellingen
liggen in het verlengde van de eenwording van Europa. De REGR heeft als
hoofddoelstelling om op Europees niveau de plaats en de functie van de
gemeenten in Europees verband onder de aandacht te houden, zoals in uw
voorstel vermeld staat. Dat is niet vreemd, zo'n doel, omdat juist in dat
grote Europa dat over een tijdje ontstaat de kleine eenheden nog meer aan
invloed zullen inboeten. Dus iemand moet toch onze belangen behartigen.
Echter, tegelijkertijd stelt de REGR zich als doel om de eenwording van
Europa te bevorderen, volgens ook de andere ter inzage gelegde stukken.
Deze zaken acht ik strijdig met elkaar. Bevordering van een eenheid staan
ze voor, waarvoor daarna een instelling noodzakelijk is om de belangen te
behartigen van de gemeenten omdat ze anders zouden ondersneeuwen. Duidelijk
zal zijn dat ons "de Verenigde Staten van Europa" niet aanlokkelijk in de
oren klinkt. Een aardig voorval in dit verband is het advies van de
commissie aan onze landelijke overheid om van onze grote steden een soort
Parijs en Londen te maken, agglomeraten. Typisch een plan dat voorkomt uit
een soort minderwaardigheidsgevoel, een Nederlands minderwaardigheids
gevoel. Wij moeten ook grote steden hebben, als we niet een miljoenenstad
kunnen bieden, dan zijn we een beetje achterlijk. Terwijl, als je de