16 maart 1989
- 13 -
daar kan wel weer een paar jaar overheen gaan, een en ander zal gereed
komen. Ik neem het vanavond voor kennisgeving aan, ik zal niet dwarsliggen.
Progressief Soest ligt nooit dwars, we nemen het gewoon voor kennisgeving
aan. Maar, ik herhaal, als er morgen een ramp gebeurt, dan vrees ik het
ergste. Bent u het met mij eens? Kunt u vanavond toezeggen dat u met
diverse instanties, waarvan ik er vanavond een genoemd heb, dit jaar nog om
de tafel gaat zitten? Je moet deze mensen toch ook motiveren, je mag ze
niet teleurstellen, ze staan klaar als er iets gebeurt. Belooft u dat u nog
dit jaar met deze mensen die draaiboeken en die deelplannen gaat maken?
Zodat, als er een ramp gebeurt in Soest, onverhoopt, er dan ook adequaat
gereageerd wordt. Ik wil daar van u vanavond een duidelijk antwoord op
hebben.
Heer MEILOF; Voorzitter, even een hele korte, toch ook enigszins
aanvullende opmerking. De schok die door u heenging toen ik vroeg of we
misschien eens een praktische oefening in de wijk zouden houden! Dat was
voor u heel duidelijk, u reageerde: dat nooit! Dat is ook bekend uit andere
plaatsen, dat schijnen rampen te zijn, daar komt niets van terecht. Ik denk
toch dat we een plan zo in elkaar moeten hebben zitten -en ik vind het
helemaal niet zo'n slecht plan, hoor- dat mensen ook dusdanig voorbereid
moeten zijn, dat er ook werkelijk een perfecte actie tot stand komt op het
moment dat er sprake is van een ramp. Over dat aspect heb ik toch wel mijn
zorgen, ik denk dat daar nog wel iets kan gebeuren.
Heer VERHEUSVoorzitter, in aansluiting op wat de heer Visser zegt en mijn
fractiegenote heeft ook in de commissie a.b.z. met name gepleit voor het
inzetten en op de juiste wijze inbouwen binnen de organisatie van de EHBO.
Dat wil ik van harte ondersteunen.
Dan nog een ander ding, dat is mij tijdens de vergadering van de commissie
a.b.z. eigenlijk ontschoten. In het voorstel staat in de derde alinea dat
het Rampenplan zoals het nu voorligt een soort duplicaat is indien het
Eemlandverband dus op dezelfde wijze qua inhoud en strekking van kracht zal
gaan worden of al is. Op één punt echter zegt het college ervan af te
wijken, dat gaat over de positie van de Officier van justitie, omdat die
binnen de staf een adviserende taak heeft, dus een andere taak dan binnen
het normale Driehoeksoverleg. Dat zou ik nog wel een keer gemotiveerd
willen zien, want het is toch altijd denk ik wel moeilijk omdat men daar
die Officier van justitie ziet en dat is toch wel een man die daar een
rollenspel, een twee-pettenspel speelt, althans dat vermoed ik. Daar zou ik
dus een toelichting van u op willen hebben.
In diezelfde alinea staat dan het mooie woord: het organogram, op bladzijde
12, dat moet bladzijde 11 zijn. Maar dat terzijde.
VOORZITTER: Een korte reactie. Ik ben blij dat we een modernisering van het
Rampenplan hier kunnen gaan vaststellen. Dat is op zichzelf een goede zaak,
zeker omdat het -dat is de belangrijkste verbetering eigenlijk- beter past
in de totale rampenorganisatie in Nederland. Dit is dus ook afgeleid van
een model dat in het gewest is, dat is weer in Utrecht ten doop gehouden en
dat is weer afkomstig van een landelijk model, zodat je zoveel mogelijk
eenheid hebt. Als er ergens eenheid bij moet zijn, dan is het bij deze
zaak, omdat er een soort militaire organisatie moet zijn om goed en
duidelijk te kunnen optreden in zo'n situatie. Dus dat is volstrekt een
goede weg.
Desalniettemin is er ruimte gegeven om per gemeente daar aanpassingen aan
te doen die nodig zijn, gelet op de omstandigheden in die gemeente. Ook dat
is hier gebeurd en zal gebeuren als het gaat om de draaiboeken die
natuurlijk een onlosmakelijk geheel vormen met het Rampenplan zelf.