12 april 1990
- 25 -
De motie voldoet daarmee aan het reglement van orde en kan deel uitmaken
van de beraadslagingen bij dit agendapunt.
Heer POTHUIZEN: Ik zal het aanzienlijk korter houden dan de vorige spreker,
voorzitter. De voorjaarsnota is primair een financieel stuk. Ik zal dan
ook niet al te inhoudelijk op de diverse onderdelen ingaan.
Dit financiële stuk kenmerkt zich dit jaar door een tweedeling. Er is aan
toegevoegd een stuk dat aangeeft hoe wij middelen kunnen besteden die we
aan de algemeen reserves ontlenen. Dat is het gevolg van eerdere besluit
vorming in deze raad. Ten aanzien van het stuk dat normaal de voorjaarsnota
zou zijn, stellen wij met de WD vast dat het toch misschien wel weer eens
verstandig is om de nota financieel beleid van onze metalen wethouder maar
weer eens een keer door te nemen om te voorkomen dat wij wat te ver afraken
van wat ooit de bedoeling was van de voorjaarsnota. Het ontspoort nog net
niet, maar ik weet zeker dat we er straks in de nieuwe raad verstandig aan
doen om de discipline er meteen maar weer in te brengen. Zo goed als het
soms gaat, gaat het niet altijd en dit stuk bevat een indicatie van de
donkere wolken die boven ons hoofd hangen als gevolg van de rente
ontwikkelingen. Er wordt eigenlijk nog niet zoveel van gezegd, althans niet
wat dat voor 1991 kan gaan betekenen, maar het is natuurlijk toch wel zo
dat we nu aan de ene kant beschikken over een aantal voorstellen die we
kunnen beoordelen op hun waarde voor opneming in de begroting 1991 -die
hebben een bijnaam "telefoonboeken" van een raadslid, hier aanwezig-.
Er kan natuurlijk nog een beetje de gedachte leven dat we in 1991 dezelfde
ruimte zouden hebben als we in 1990 hadden voor nieuw beleid. Ik weet nog
niet zo net of dat straks waar zal zijn. Ik zou van uw kant willen
vernemen, mede met inachtneming van hoe het met de rente-ontwikkeling gaat,
daar kunt u natuurlijk niet absoluut iets van zeggen, maar wel een paar
aannames bij hanteren, of het nog werkelijk zo is dat bij een hoge
rentestand die we aantreffen en die we dus zullen moeten verdisconteren in
een aantal elementen van onze boekhouding, dat we nog zo royaal met
bestedingen kunnen omgaan als we tot nu toe deden. Dat wil ik eigenlijk
graag op tijd weten, zodanig op tijd dat we niet straks in het najaar bij
onze beoordeling in de problemen komen.
Ten aanzien van het deel van deze voorjaarsnota dat de meer incidentele
uitgaven betreft, willen wij het college ook in dit geval complimenteren
met hun luistervermogen naar burgers en raad. Het is thans geheel naar onze
zin, met uitzondering -zoals u weet- van de AROSde meerjarendekking. Wij
vinden dat een lokale omroep zichzelf hoort te kunnen bedruipen.
Heer VISSER: Om met het laatste te beginnen, voorzitter, is Progressief
Soest wel blij dat de AROS nu het geld krijgt waar ze recht op heeft. Ik
ben het dus niet met de heer Pothuizen eens, die zo kort zou zijn.
Ik vind dat u creatief bent omgegaan met het gat van 40.000,— dat nog
bij de tennisvereniging overbleef. Ik vind dat u het leuk hebt opgelost en
dat de tennisclub nu ook dit geld kan besteden.
Dan bleven er nog twee punten over waar ik me een week lang zorgen over heb
gemaakt. Dat was de medewerkster bestuurlijke preventie. Haar zie daar, het
kan niet op. Ook deze medewerkster bestuurlijke preventie kan een vast
dienstverband aangeboden krijgen. Dat doet ons zeer deugd. Het tweede punt
was de intensieve taalcursus voor beginners van Trema. Zodat ik weer thuis
kan komen.
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter, het meeste is gezegd. Ik ben het
niet met de WD eens dat de hondepoepbestrijding niet op elk moment gestart
zou kunnen worden. Ik denk dat ten aanzien van dat probleem het goed is om