17 nel 1990
- 12 -
Wethouder MENNE: Ik wil daar toch even op ingaan, wellicht dat mevrouw
Blommers dan toch alsnog instemt. Wat is namelijk het geval? Het ministerie
van onderwijs heeft gezegd: een huurprijs, een jaarprijs van 7000,= lijkt
ons reëel. Indien wij tegen de huidige rente -laten we die eens stellen op
8,5%- dan is het zo in de economie, 8,5%. Indien wij dan de factor 12 nemen
maal 8,5 is 100, dat is dus de factor 12 om contant te maken die 7.000,=
dan is dat 84.000,=. Dat zit 1000,= lager dan de prijs die de gemeente
maakt. Vandaar dat het college de prijs aanvaardbaar acht.
Heer POTHUIZEN: Kan ik dat percentage van 8,5 onthouden voor wat andere
doeleinden, mijnheer de voorzitter?
Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, het is met al die sommen zo, je moet
natuurlijk wel met de goede opgave beginnen. Het is jammer dat de wethouder
ervan uitgaat dat het in Nederland de gewoonte is dat het ministerie de
grondprijzen in de gemeente vaststelt. Dat is ook een uitgangspunt dat ik
nog nimmer heb gehoord. Ik denk ook dat het heel fout is. Ik denk niet dat
u ervan uit moet gaan dat we hier grondprijzen krijgen naar draagkracht,
een draagkracht die dan nog wordt vastgesteld door een ministerie in Den
Haag. Dat was mijn bezwaar in de commissie en ik vind dat het niet getuigt
van creatief zijn laat staan van creatief rekenen dat u nu hetzelfde
sommetje voorrekent om mij te overtuigen. Mijn fractie blijft tegen deze
verkoopprij s
Heer POTHUIZEN: De vraag die ik heb gesteld blijft mij wel intrigeren. Het
is wat blijven hangen, maar die 8,5% heb ik toch nog wel in mijn oren. Ik
weet niet of ik daar op een andere plek nog eens wat van terughoor.
Wethouder MENNE: Heel kort in tweede instantie. Inderdaad, mijnheer
Pothuizen, ik wil er op een ander moment best nog eens op ingaan, op de
actualiteit van die 8,5%. Wij hebben getracht -dat heb ik mevrouw Blommers
ook toegezegd- om te zien of er andere graadmeters zouden zijn voor ons.
Echter, die hebben wij niet. Wij hebben wel natuurlijk allerlei inventivi
teit op het gebied van prijzen. U weet, mevrouw Blommers, dat wij in het
scala van prijzen voor kleinere stukjes grond -dat is dan bij indicatie-
ook kennen de prijs onbebouwd. Nu weet ik wel dat hier een tijdelijke
bebouwing is, maar in het contract staat dat indien de tijdelijkheid
overgaat in een permanente bebouwing wij opnieuw over de prijs komen te
spreken. Maar, mijnheer de voorzitter, ik geloof dat ik mevrouw Blommers
toch niet over de streep krijg. Ik wil het dan ook hier bij laten, wetend
dat wij hiervan akte maken, van de tegenstem van mevrouw Blommers. De
gehele fractie? Dat spijt mij!
Heer KRIJGER: Uw voorbeeld van een ministerie dat niet rekenen kan,
overtuigt ons helemaal niet.
VOORZITTER: En dat voor het ministerie van onderwijs! Ik mag constateren
dat de raad behalve de WD-fractie akkoord is met dit voorstel.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de
aantekening dat de WD-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd.
18. Voorstel tot het verlenen van geldelijke steun aan de Woningbouwvereniging
St. Joseph voor de bouw van 34 woningen in de sociale huursector op de
Carolusschoollokatie te Soesterberg.
Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming