12 juli 1990 - 8 - 12 is Heer VERHEUS (CDA)Om niet in herhaling te vervallen, mijnheer de voorzitter, onze fractie acht deze motie ook -gelet op de omstandigheden dat het college gehouden is deze artikel 19 procedure voort te zetten of aan te vragen- overbodig. Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, deze artikel 19 procedure en de stopzetting ervan zou eigenlijk iets zijn, gezien de discussie over het landelijk gebied, waarin een aantal partijen niet meegedaan hebben, want waar we op dat moment dan ook zeker tegen dat onderdeel geweest zouden zijn, waarvan ik zeg: ik zou eigenlijk best eens eerst dat landelijk gebied af willen wachten alvorens een ex artikel 19 te starten. Uw antwoord geeft aan dat als'wij dat doen, we wettelijk onjuist bezig zijn. Ik zou graag van u een antwoord hebben op deze vraag: stel nu, we zouden toch een artikel 19 procedure niet op die termijn in behandeling nemen zoals u zegt, wat zou dan het gevolg zijn? Is dan het gevolg bijvoorbeeld dat de heer Taphoorn vanwege het feit dat wij de wet niet hanteren in beroep zou gaan bij Provinciale Staten of de Raad van State? Die procedure duurt natuurlijk ook even, dat is niet zo moeilijk om dat te veronderstellen. Misschien is het dan mogelijk om de landelijk gebied procedure bestemmingsplan af te handelen bij de provincie en daarin dan te zien of datgene wat gewenst is via deze procedure dan ook haalbaar is. Ik zou, alvorens tot een advies te komen met betrekking tot deze motie van u het antwoord willen hebben. Wethouder VISSER: Voorzitter, of het haalbaar is en wat de heer Taphoorn gaat doen, dat kunnen wij natuurlijk moeilijk nu bepalen. Het is wel zo dat wij in de grootste moeilijkheden komen en het ook gewoon een kwestie van onbehoorlijk bestuur is wanneer wij trachten op deze manier de heer Taphoorn nog iets te beletten. U moet goed weten dat ik natuurlijk het Soester Natuurbad niet heb verkocht. De heer Witte heeft juist geciteerd, ook in de commissievergadering wat ik daarover vóór 1 mei gezegd heb. Het gaat er nu om dat je natuurlijk toch op deze manier probeert Soest te helpen aan een natuurbad waar straks gewoon gezinnen in de buitenlucht voor een gewone prijs buiten kunnen zwemmen. Daar gaat het om. Dat is de kern van de zaak. Wat de heer Taphoorn wil, mijnheer Boerkoel, dat moeten we dan afwachten. In ieder denk ik dat dit gewoon de gang van zaken is zoals we die moeten volgen. Daar wijken wij niet van af. VOORZITTERMijnheer Witte, u mag nog een keer uw motie verdedigen en dan gaan we over tot besluitvorming en afronding van dit agendapunt. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, het punt is natuurlijk dat met die artikel 19 W.R.0. door die over twee maanden te gaan starten, dat de suggestie bij de provincie wordt gewekt dat de gemeenteraad van Soest evenals op 12 april nog volledig achter dat bestemmingsplan landelijk gebied staat. Ik denk dat het toch wel zo is dat de verhoudingen sindsdien dermate gewijzigd zijn dat je je kunt afvragen of dat inderdaad nog wel het geval is. Iets anders is, dat we nog helemaal niet kunnen bezien of de provincie dit bestemmingsplan wel zal goedkeuren. Ik denk dan dat het ook een duwtje in de rug is van de plannen van Taphoorn om op dit moment of over twee maanden een artikel 19 procedure te gaan beginnen. Ik denk dan ook dat wij onze motie moeten handhaven. VOORZITTER: Als dan niemand in tweede termijn hierop wenst te reageren, dan gaan we over tot stemming. Aan de orde is de motie zoals die is ingediend door de heer Witte en mede-ondertekend door de heren Van Wuijckhuijse en Le de vo te Vi me' de hei de hei V0( 3. Voc op He? ste Voc be] 199 Hee lat dat cor in beh bou van erv kwa ste Soe op dat mis 60% Hoe ree won hoo' daa veri kuni mogi De ond< Dan ges< gaai huic daai uitc pass

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 175