12 juli 1990 - 29 - gezegd: we gaan geen aantekening maken, wij doen dit voorstel zo. VOORZITTERHet is wel zo, dat als u als raad bezwaar heeft hiertegen, dan kunt u dat als zodanig uitspreken. Wij zullen ons dan natuurlijk eerst richten tot het bestuur en vervolgens -of gelijktijdig- tot Gedeputeerde Staten. Dat moet u zich dus wel realiseren, dat u die bevoegdheid heeft. Heer POTHUIZEN (D66)Ik vraag mij af of het hele verhaal nu wel verteld wordt. Mijn indruk is dat we steeds te maken hebben gehad met een situatie waarin er meer geld naar de O.B.D. moest dan nodig was, simpelweg omdat er van een verkeerde pensioenpremie werd uitgegaan, dat wil zeggen, van een correcte, maar de werkelijkheid was dat de O.B.D. veel minder hoefde te betalen, dus bleef er altijd wat over. Dat zal ook in 1990 gebeuren. De pensioenpremie is nog steeds veel lager dan de wet aangeeft. Er is dus te voorspellen dat het ongeveer zo zal lopen. Ik heb dit voorstel uitgelegd als een "gemakkelijke weg" die leidt tot het gewenste resultaat. Het omgekeerde, namelijk weer bezwaar maken bij de O.B.D. tegen de begroting, is een weinig vruchtbare zaak. Dat is een ander verhaal dan wat de heer Menne nu vertelt. er is enk ik in die aken. t zij Dvan dus P tegen Wij ied ven isten- i innen >or ;en dat ik er hebben vde -lege Wethouder MENNE: Druk, druk op de ketel. Dat is het verschil. Heer POTHUIZEN (D66)Ja, maar dan had u een andere procedure kunnen voorstellen en dat hebt u niet gedaan. Het voorstel (RV 89-105) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VOORZITTER: Ik kijk even naar de overige agendapunten en naar de klok. Het is vijf over half tien. Ik schors de vergadering. VOORZITTERIk heropen de vergadering. 20. Voorstel inzake de procedure ex artikel 19 W.R.0. en artikel Geluidhinder ten behoeve van nieuwbouwplan De Lindenhof. 83 103 Wet Heer VERHEUS (CDA): Er is vanavond al een heleboel gezegd, ik zal het daarom kort houden. Op de eerste plaats, een meerderheid van onze fractie zal voor het collegevoorstel stemmen. Maar de politieke realiteit is natuurlijk deze, dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uw voorstel zal worden afgewezen. Daar moet je dan, als je tot de verliezende partij behoort, vrede mee hebben. We leven in een democratie en de meerderheid beslist. Dat hebben wij ook. Maar er zit een andere kant aan deze zaak, ik heb het in de commissie ook al gezegd. Lindenhof en Ahold; als we zeggen dat we Ahold daar niet willen -als althans de raad ertoe zou besluiten om uw voorstel af te wijzen- dan blijven we natuurlijk toch met het plan Lindenhof zitten. Deze instelling wil graag nieuwbouw plegen en dat zou op die plaats kunnen. In de commissie heb ik ook begrepen dat bijna alle partijen het toch -even los van Ahold ziende- voor het gezinsver vangend tehuis De Lindenhof opnamen omdat bijna iedereen het erover eens was dat als er ook maar de kleinst mogelijke kans zou zijn om het huidige pand te vervangen door een nieuwe, aan de eisen van deze tijd voldoende huisvesting, de grootst mogelijke meerderheid van deze raad daarmee zou instemmen. Althans, zo heb ik het ingeschat. Ik denk, mijnheer de voorzitter, dat dat ook juist is. Wij mogen in dit geval -daar staat onze hele fractie wel achter- De Lindenhof niet de dupe laten worden van het afwijzen van het project inclusief Ahold en alles wat erop, eraan en erbij hoort. Kort samengevat, een meerderheid van onze fractie zal uw voorstel steunen. Ik denk dat het op stemmen aan zal komen en ik zei het al, dan zal

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 196