12 juli 1990 - 34 - De politiek moet samen met alle betrokkenen de horde nemen en vooral de eindstreep halen. De PvdA wil dat graag vanavond al doen. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, één instelling, het gezinsvervangend tehuis zal de dupe worden als de raad vanavond besluit het voorstel niet aan te nemen. Deze groep, die het minst voor zichzelf kan opkomen, blijft weer in afwachting van de komende gebeurtenissen. Wij vragen ons af hoe lang nog. Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, nu het college gaat antwoorden, denk ik dat het goed is om even te vermelden dat afhankelijk van het antwoord van het college de Partij van de Arbeid samen met andere partijen met een motie zal komen. VOORZITTERDan wil ik het zo doen, ook gelet op de zorgvuldige behandeling -het gaat hier vanavond dus om artikel 19 W.R.0. en artikel 83 Wet Geluidhinder- dat het college eerst die vragen en opmerkingen zal beantwoorden, dat we dan daarover een besluitvorming krijgen in de raad. Vervolgens zal het college aan u een mededeling doen over de situatie die ontstaat nadat u uw besluit hebt genomen. Daar kunt u uiteraard ook weer op reageren. Ik neem aan dat u daarmee kunt instemmen, dat we het zo doen. Wethouder VISSER: Voorzitter, met een knipoog naar deze raad, ben ik natuurlijk erg teleurgesteld dat zoveel raadsleden ons voorstel niet ondersteunen. Zijn er aan dit raadsvoorstel nog planologische aspecten? Sommigen hebben genoemd: wat moet er dan gebeuren? Er is gesuggereerd, bijvoorbeeld door de heer Verheus dat er nieuwbouw zou kunnen plaatsvinden van een Albert Heijn op de plek van het oude politiebureau. Heer VERHEUS (CDA): Dat is niet door mij gesuggereerd, mijnheer Visser. Wethouder VISSER: Dan heeft iemand anders dat gesuggereerd. In ieder geval is er ook gesuggereerd: moeten wij de plek waar het gezinsvervangend tehuis staat zo laten, met behoud van de voorgevel? Deze week is er een brief gegaan naar de monumentencommissie om daar advies over te geven. Eén spreker heeft daar niet zoveel vertrouwen in, merk ik en is nu al van oordeel dat dit behouden moet blijven. Dat is ieders goed recht. Ik denk toch dat we waarde moeten hechten aan het oordeel van de monumenten commissie en dan is het natuurlijk aan ons om dat advies op te volgen of niet. Dan kunnen we in ieder geval vaststellen -de heer Meilof noemt realistische plannen, een stukje weten van de invulling die we wel of niet doen- wat er daarna moet gebeuren dat moet dan inderdaad vastgelegd worden in het bestemmingsplan Van Weedestraat. Door de sprekers is vanavond ook genoemd de structuurvisie. Dat was ook bij andere agendapunten het geval, dat het genoemd werd. Inderdaad is het zo dat deze week de gesprekken over de structuurvisie begonnen zijn. We hebben een bureau in de arm genomen waarmee de eerste gesprekken zijn gevoerd en zij gaan interviews houden met diverse ambtenaren. In september zullen de plannen van aanpak aan u worden voorgelegd. Ik denk, voorzitter, dat de andere aspecten van dit plan, wat betreft de winkelproblematiek, door mijn collega-wethouder Menne zullen worden beantwoord. Wethouder MENNE: Voorzitter, er is door enkele leden van de raad gezegd dat er ook wel positieve zaken zijn te melden. Ik zou dat inderdaad nog eens willen onderstrepen. We hebben het ook in het voorstel met een enkel woord over projectorganisatie gezegd. We moeten wel constateren dat in onze gemeente, met uitzondering dan van Soesterberg, de winkeliers nagedacht

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 201