20 septenber 1990 7 - ïder maar voorgelegd, dat had eerder gekund als wij niet met vakantie waren gegaan. Dat zeg ik zo, dat is even om duidelijk te benadrukken dat inderdaad dat sowieso een maand scheelt. Als ik vergelijk het tempo waarin op dit moment u de gegevens verkrijgt, het kredietoverzicht, dat is nog niet perfect, maar het is toch weer beter dan de vorige keer. Dan moet ik toch constateren, als we dat vergelijken met vijf jaar geleden, dat het toch aanmerkelijk duidelijker en actueler ook is. Het is nog niet perfect, maar wij werken eraan en wij zullen dat in het volgende bericht weer zeker aandacht geven, het moment van de presentatie. Er zijn door enkelen uwer opmerkingen gemaakt over de sport. Het sportbeleid gaat door, hoe ook de structuur op dit moment in elkaar steekt. Wij hebben in de commissie daarover gesproken dat zo spoedig mogelijk, tot ieders genoegen hoop ik, er een structuur zal worden vastgesteld. Natuurlijk moeten de sportmensen in de tussentijd ook gewoon door kunnen gaan. Het beleid dient ook gewoon door te gaan. Vandaar zo'n opmerking nu, op dit moment. We hebben er echter in de commissie ook al over gesproken en het idee van de zijde van de Partij van de Arbeid om de private sfeer te benaderen is natuurlijk goed ontvangen, zeker van de PvdA. Ik denk ook wel dat daar mogelijkheden zijn. In de private sfeer, dat zijn meestal niet- georganiseerde onderdelen van de sport, dat die inderdaad in zo'n gymnastieklokaal -want daar gaat het dan over- ook van de tijd en de ruimte gebruik kunnen maken. Dat is een goed idee en dat zullen we ook meenemen. Ik heb dat ook gezegd in de commissie, daar komen we ook mee terug. Als dat nadeel verkleind kan worden, mevrouw Blommers, dan zullen we dat ook doen. en op nken Kijk, t dat gaan. de k in van een en nbus daar dat en oofd r dan is ing is Mevrouw BLOMMERS (WD): Ja, voorzitter, het zal de wethouder wel geen plezier doen, maar ik ben helemaal niet gelukkig met dit antwoord. Het idee dat door de PvdA is gelanceerd is een beetje van: we hebben dat nu eenmaal afgesproken, nou, weet ja wat, dan vragen we gewoon of er wat burgers zijn die er geld voor over hebben om in onze gymnastieklokalen te zitten. Dat raakt natuurlijk helemaal niet de kern van ons bezwaar. Waar het ons om gaat is dat zolang de sport niet weet waar hij aan toe is en u belooft ons -dat hebt u in de commissie inderdaad gezegd- dat er binnenkort een duidelijke wijze van overleg is vastgelegd, dan is dat een prachtige plaats om met elkaar te bespreken hoe dat gaat. Toen wij anderhalf jaar geleden dit afspraken, gingen wij ervan uit dat het allang rond zou zijn, die structuur van de sport, dat er een mogelijkheid was om erover te praten. Ik vind het nogal eenzijdig dat u dan nu, zonder dat die overlegstructuur is afgerond, toch de helft van die besluitvorming doorvoert. Dus, ik wil hier gewoon maar mee zeggen dat onze fractie bezwaar heeft tegen uw opmerking: u heeft dat toen beslist. Jawel, wij hebben dat toen afgesproken, ervan uitgaande dat er een fatsoenlijke overlegstructuur met de sport gerealiseerd zou zijn en niet gerealiseerd zou worden. Heer B0ERK0EL (PvdA)Deze opmerkingen ontlokken ook mij -maar misschien ook de wethouder zo meteen- een antwoord richting mevrouw Blommers en richting de WD. In de vorige raadsperiode hebben we er nogal lang over gedaan om te proberen een vergelijk te maken met de sport. Dat is niet gelukt en dat is jammer. Het is dan ook aan dit college, dat nog maar sinds kort zit, om het op een zo kort mogelijke termijn te doen. Zeker korter dan degenen die het in het vorige college voor elkaar zouden maken. Verder denk ik datgene wat ik gezegd heb, namelijk het doorsluizen van de tekorten van Londo die er zijn richting gymnastiekzalen, dat dat een mogelijkheid was, een aandragen tot eventueel compensatie, zodanig dat niet de sport opgezadeld wordt met een groter tekort. Een groter tekort, verzoorzaakt door een mindere bijdrage van de rijksoverheid. Dat is de intentie van de Partij van de Arbeid en daaraan willen wij met z'n allen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 216