20 september 1990
- 20 -
zouden kunnen zijn. Alleen, dat is een beetje een kip en een ei discussie.
Daarvoor is het vaak nodig om te weten vanaf welke moment die voorziening
er is voordat mensen daarop in willen stappen, anders treffen ze andere
maatregelen. Dus dat soort duidelijkheid moet er zijn, wil de stichting ook
heel duidelijk een aanbod kunnen doen en contracten kunnen sluiten. Maar ik
wil gaarne in het verdere overleg betrekken of in voldoende mate
duidelijkheid gegeven kan worden. Dat is op zich ook nodig, sowieso denk
ik, voor de beslissing met ingang van welke datum je start. Alhoewel we ons
hadden voorgenomen om te proberen per 1 januari te kunnen starten, dat
moeten we ons wel realiseren. Maar we zullen proberen erachter te komen of
er zekerheid is.
VOORZITTER: Ik stel u voor het voorstel aan te houden. We komen zo spoedig
mogelijk ermee terug bij uw raad.
Het voorstel (RV 90-119) wordt aangehouden.
23. Voorstel tot verhuur van het perceel Driehoeksweg 18 aan de Stichting
Kindercentra Soest.
24. Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet voor het oprichten, in werking brengen en in
werking houden van een zeepmengerij op/in het perceel Koppenlaan 21 te
Soesterberg.
25. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een bijdrage- ineens aan de
woningbouwvereniging "Soest" voor het treffen van voorzieningen aan 96
woningen gelegen aan de Hobbemalaan e.o.
26. Voorstel tot het verlenen van geldelijke steun aan de woningbouwvereniging
"St. Joseph" voor de bouw van 6 patiowoningen in de sociale huursector in
het gebied Mercury te Soesterberg.
De voorstellen 23 tot en met 26 (RV 90-120, RV 90-112, RV 90-133 en RV 90-
134) worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
27. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond
verklaren van het AROB bezwaarschrift van Enzypharm B.V. tegen het verlenen
van een ontheffing zoneverordening Hinderwet aan de heer Lanser,
Soesterengweg 6.
Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, wij zijn het eens met het
standpunt van de minderheid in de commissie. Niet omdat de heer Ebbers lid
is van onze fractie, maar omdat hij in de commissie heeft aangegeven -zeker
ook gezien zijn jaren in deze raad- de hele lange historie van deze
situatie goed te blijven onthouden. Er zijn een aantal zaken daar gebeurd.
Er gebeuren nog steeds zaken. Ook in het verslag van de commissie merk je
dat men terdege weet dat er een zaakje dan wel zou kunnen draaien, maar dat
er een deel is dat niet legaal daar staat. Nu heb ik begrepen -ik hoop dat
het geen lucht is, maar daadwerkelijk beleid- dat men dus op een gegeven
moment in het college heeft gezegd: wij gaan illegaal gebruik tegen. Ik
denk dat hier aan de orde is, vanuit mijn fractie geef ik dat maar scherp
aan: er is een uitbreiding geweest, men noemt dat later een vervanging,
maar dat gedeelte dat uitmaakt dat er een uitbreiding is geweest wordt dan
illegaal genoemd. Daar gaat men nu tegen optreden. Nou, wij hebben geen
vertrouwen op dit moment in het college dat zij in staat zijn dit