22 oktober 1990
- 11 -
structureel ruimte te creëren het volgende. Het is absoluut onnodig de
huidige gedragslijn te verlaten. Daarin wordt immers expliciet rekening
gehouden met de wijze van besteding van het meerdere. Deze is bepalend voor
de wijze waarop wordt omgegaan met de extra middelen. Voor structurele
zaken wordt de 10%-regel gehanteerd en dus extra afgeschreven. Voor de
incidentele uitgaven wordt simpelweg incidenteel onttrokken. Ik kan mij dus
niet voorstellen dat incidentele bestedingen niet meer zouden mogen.
Ten aanzien van de opmerking van het GPV over nieuw beleid kan ik ook kort
zijn. Wil de raad de werkwijze wijzigen, dan kan dat natuurlijk. Maar is er
nu zoveel verschil tussen hetgeen het GPV wil en de manier waarop het nu
geschiedt? Dat is de vraag.
De inkomstenkant. De WD is tegen hondenbelasting en het GPV kiest voor de
hondepenning. Wij zijn ervan overtuigd dat aanstelling van een opsporings
ambtenaar zodanig preventief werkt dat de overlast van hondepoep kan worden
beperkt. Wat de penning betreft zijn wij van mening dat de huis-aan-huis
controle veel effectiever is. De hond meldt zich al voordat zijn baas de
deur heeft opengedaan. Zo speelde zich onlangs het volgende in Soest af. De
controleur belt aan de deur en een mevrouw doet open. "Hebt u een hond?"
"Nee", antwoordt mevrouw. De controleur vraagt dan: "Wat hoor ik dan
daarbinnen in de huiskamer?" Waarop mevrouw antwoordt: "Dat is mijn man,
hij heeft ATV."
De WD is tegen verhoging van de afvalstoffenheffing. De stijging van de
tarieven wordt met name veroorzaakt door de stijging van de AVR-tarieven.
Doordat nu g.f.t. gescheiden wordt ingezameld, betekent dit dat de door te
berekenen stijging minder groot behoeft te zijn, dat de stijging dus minder
groot is dan bij ongescheiden inzameling waarbij alles naar de AVR zou
moeten worden afgevoerd. Voor al het afval zou dan ook het hoge verwer
kingstarief van de AVR betaald moeten worden.
De PvdA vraagt hoeveel procent de burgers van Soest rechtstreeks bijdragen
in het rioolrecht aan de rioolkosten. Dat is 57%.
D66 wil van het college vernemen of met een hopelijk van de AVU te
verkrijgen restitutie een kostenbeperking en daarmee een demping van de
stijging van de afvalstoffenheffing te bereiken is. Met het woord hopelijk,
dat in die vraag besloten ligt, is het antwoord eigenlijk al gegeven.
Uitgangspunt, beleidsvoornemen is en was kostendekking in 1993. Daar moeten
we naartoe. Wij moeten in dit tweede jaar het voorgestelde bedrag heffen om
de ook door de nieuwe raad vastgestelde beleidsvoornemens te kunnen
realiseren. Rekening houden met een hopelijke restitutie is wel een zeer
onzekere wissel op de toekomst.
Voor wat betreft de vragen over rioolrecht verwijs ik naar het zeer
uitgebreide antwoord dat het college heeft gegeven in de beantwoording van
vraag 42, die u is toegestuurd. Ter overweging wil ik u daarbij nog
meegeven dat rioolrechtverhoging en o.g.b.-verlaging een beetje betekent
dat eenieder rioolrecht meer moet betalen, terwijl vooral de huiseigenaren
-dat is 70%- minder gaan betalen bij ongedifferentieerde verlaging van de
o.g.b. Dat is dus een verhoging van rioolrecht voor iedereen en een
verlaging van o.g.b. die met name ten goede komt aan degenen die én
huiseigenaar zijn én in die woning wonen.
Volwasseneneducatie. Zijn er stappen ondernomen, vraagt het CDA om tot
regionale samenwerking te komen met betrekking tot de volwasseneneducatie?
Hoewel de kaderwet volwasseneneducatie nog in behandeling is, zijn er reeds
stappen ondernomen om tot regionale samenwerking en afstemming te komen.
Een voorbeeld daarvan is de samenwerking op het gebied van de basiseducatie
voor langdurig werklozen en de pasgelden. Dat is het programma additionele
scholing, een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de educatieve
centra van Amersfoort, Soest, Zeist en Veenendaal, stemt het educatieve
aanbod op elkaar af en onderhoudt contacten met gemeente en arbeidsbureau.