22 oktober 1990
- 46 -
klaar is. Want ook u heeft natuurlijk gehoord een aantal weken geleden dat
het verkeerscirculatieplan alleen maar een plan was dat voor de hoofdwegen
bedoeld was, waarvan de raad gezegd heeft: nee, dat is niet voor de
hoofdwegen, u moet de burgers van Soest tegemoet komen en zorgen dat de
wijken goed kunnen ontsluiten, dat ze daar met de auto weg kunnen. Daar
heeft u aanvullende middelen voor nodig. Daarvoor had ik de financiën ter
beschikking gesteld gedacht. Ons voorstel is om dan daar maar die centen,
bijvoorbeeld via die 25% minder onderhoud op wegen, het op een lager
niveau brengen van die wegen, daarvan te betalen.
Verder zullen we bij de hoofdstuksgewijze behandeling op andere punten
terugkomen.
Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, allereerst even aansluitend bij
opmerkingen, gemaakt van de zijde van het CDA in tweede instantie met
betrekking tot de procedure rond deze algemene beschouwingen. Wij hebben
het evenzo als onbevredigend ervaren. De manier waarop het college vanavond
van start ging lijkt ons zowel inhoudelijk als tactisch niet de beste
manier om tot een goede communicatie met de raad te komen. Het voorstel van
de heer Verheus om voortaan ook de eerste instantie van B&W maar
schriftelijk te doen en dan nog wel voor het weekend, is niet per definitie
de manier waarop wij het zouden willen zien. Aan de andere kant laten zich
toch wel enige hulpmiddelen denken als we ervan uit mogen gaan dat, gegeven
de procedure die deze raad heeft gewild en waar we inmiddels aan gewend
raken, het voordeel dat in de tijd ligt bij het college van B&W om aan
eigen antwoordvoorbereiding en coördinatie daarvan te doen, toch wel van
zodanige omvang is dat het echt niet onmogelijk is of misstaan zou hebben
om ons vanavond in hoofdlijnen, voorafgaand aan de feitelijke beantwoor
ding, alvast wat aan te reiken, opdat ons het werken inderdaad enigermate
vergemakkelijkt zou worden. Aan de andere kant zijn wij natuurlijk best wel
wat mans, maar zonder hulp kunnen wij het ook niet helemaal.
Dan, overschakelend naar de reactie zoals die van het college is gekomen,
is bij mij toch even op een aantal momenten het beeld van de operatie
schuiftrompet voor ogen gekomen. Er staan ons een zeer drukke november- en
decembermaand te wachten als ik naar de diverse commissie-agenda's moet
gaan kijken. Ik heb vanavond toch een aantal agendapunten gehoord die ik zo
een,tweedrie niet had verwacht. Daarmee is natuurlijk tactisch wellicht
beoogd te bereiken dat wij dan verder ons mond zouden houden op een aantal
punten, maar dat zeg ik u niet toe over al die punten.
Ingaande op de reactie van de heer MenneHij heeft in zijn dichtkunst ook
verwerkt de opmerking dat er van deze zijde over vermeende reserves zou
worden gesproken. Uit de ons ter beschikking staande stukken heb ik vrij
duidelijke cijfers over reserves kunnen vinden die mij geenszins het beeld
van vermeende reserves gaven. Ook van ideeën van besteding daarvan van de
kant van het college, daar zijn ook al voorbeelden van genoemd onder
andere door de WD. Ik zou het dus op zich niet gek vinden als de heer
Menne nog eens vertelt wat hij vermeend vindt in onze reserves.
Ten aanzien van de algemene reserve grondbedrijf heeft hij ons duidelijk
willen maken dat de ambtelijke informatie die ons op dit punt heeft bereikt
op een vergissing moet berusten. Hij heeft ons daartoe stukken gegeven die
wij de komende dagen wat nader zullen bestuderen. Als onze conclusie aan
de hand van de eerdere informatie mis is, zijn wij uiteraard niet te
beroerd om dat te erkennen, maar of dat vervolgens iets afdoet aan onze
plannen die relatie houden met het overschot 1989 zoals de heer Menne weet,
dat zullen we dan nog even zien. Het is wel zo dat de omvang van de
algemene reserve grondbedrijf ook ten opzichte van de verwachtingen niet
tegenvalt en dat de hoeveelheid middelen die mogelijkerwijs toch ingezet
kunnen worden om te voorkomen dat er andere financieringen plaatsvinden ook