ging- ;e ;e tijd dat :woor- ik dat it dat lemet iet e in ng van ;en eerste en i zich ngen heeft ran de n we .kt- die en in zit, 24 oktober 1990 - 7 - dan moet je concluderen dat het anders moet. Die duidelijke boodschap heb ik aan het SWOS-bestuur meegegeven. Niet kon ik zeggen, ook niet namens de raad nadat er in de commissie over gesproken was, dat op voorhand de conclusies die het SWOS-bestuur na dat onderzoek en voorstellen zou trekken door de gemeente gedeeld zouden worden. Ik heb gezegd: komt u maar na goed overleg met al uw deelnemers met suggesties daarover. Want we zitten natuurlijk toch in een situatie waarin we als gemeente een directe subsidierelatie hebben met een aantal deelnemers binnen de SWOS, daar zijn we verantwoordelijk voor, daar hebben we heel duidelijk ook uit een oogpunt van behoorlijk bestuur en rechtszekerheid naar te handelen. Dan past het niet om met een ander bestuur alvast een aantal afspraken te maken. Nee, het past ook binnen die structuur om in goed overleg te zoeken naar een oplossing die iedereen bevredigt of in ieder geval waar uiteindelijk iedereen zich in kan vinden, ook merkend dat een meerderheid misschien een wat andere richting opgaat dan uiteindelijk een minderheid binnen de SWOS zou willen. Dat is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de SWOS en de instellingen daarbinnen. Daar kunnen we heel moeilijk in treden, ondanks het feit dat we op verschillende manier hebben aangeboden dat daar waar wij hulp kunnen bieden, zij het dat die beperkt is, we die zouden willen bieden. Nadat men er in eerste instantie binnen de SWOS niet is uitgekomen op de oorspronkelijke manier waarop men de discussie aanpakte, heeft men een werkgroep ingesteld. Die werkgroep heeft voor deze zomer vakantie zijn werk afgerond en heeft rapport uitgebracht aan het SWOS- bestuur. Het SWOS-bestuur is op dit moment bezig om in eigen gelederen dat rapport te bespreken en te kijken welke conclusies men daaraan kan verbinden. Ik ben ontzettend benieuwd wat die conclusies zullen zijn en of daar eenduidigheid uit is te halen, of we tot een conclusie kunnen komen omtrent de situatie zoals die hoort te zijn. Daar komt één ding bij, dat mede ook door de in gang gezette discussie over het verpleeghuis, we met name over de zorg voor ouderen stevig zijn gaan zitten nadenken en eigenlijk dat toch een aantal zaken in een stroomversnelling heeft gebracht die maakt dat de gemeente, in dit geval het college, een notitie heeft gemaakt over mogelijkheden tot ontwikkeling als het gaat om een zorg- structuur voor ouderen, voortspelend ook op de gedachten die daarover in de nota ouderenbeleid geuit zijn. Dat is door het SWOS-bestuur voor een deel opgevat als een dwars inspelen op de discussie die zij intern aan het voeren was. Ik denk dat de intentie van het college was de discussie binnen de SWOS zo goed mogelijk als maar enigszins kan en misschien op een laat moment, maar in ieder geval niet op een te laat moment, trekken in het bredere kader van met name een goede zorgverlening. Daarbij de gedachte hebbend centraal: wat is het beste voor de klant? Hoe kan die het beste en het eenvoudigste zorg krijgen? Over dat punt heb ik in ieder geval al met het bestuur van de SWOS een gesprek gehad, overigens ook met anderen. In de commissie is afgesproken dat verslaglegging van die discussie zal volgen. Op het moment dat er een duidelijk beeld is hoe alle betrokkenen erover denken, zullen we dat samenvatten en kijken tot welke conclusies we kunnen komen. Ik begrijp dat een dergelijk stuk natuurlijk wel degelijk een rol speelt in de discussie binnen de SWOS welke koers men moet bewandelen. Dat lijkt me ook logisch. Maar het was wat ons betreft niet een vervanging van die discussie. Het is een heel verhaal, maar toch duidelijke om aan te geven dat we aan de ene kant heel duidelijk betrokken zijn bij de discussie binnen de SWOS en daar op zich een zekere bijdrage aan willen geven, maar niet in de verantwoordelijkheid van het bestuur kunnen treden en onze eigen verantwoordelijkheid hebben naar sommige deelnemers in de SWOS. Aan de andere kant voelen we ons met name verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorgverlening en in dat opzicht hebben we een notitie naar buiten gebracht om die verbreding in de discussie inhoud proberen te geven. Ik - 6 - oen dan ital een ir le it het ;s in 1 dat dicht :ijn om >lemen ?el i op :ullen .gingen hebben o daar istaan le len !St

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 322