24 oktober 1990
- 19 -
langer dit stukje, maar het is op één na het enige hoofdstuk waarbij ik mij
dat zal permitteren.
Met betrekking tot ons ambtelijk apparaat hebt u geprobeerd ons onder de
aandacht te brengen dat dit in het verleden qua formatie op groei is
ingericht en dat de prijs van die omvang toen verdisconteerd kon worden in
de groeiactiviteiten. Die groei is er niet meer, de groeiactiviteiten zijn
er niet meer, maar de personeelskosten zijn gebleven. We kunnen ze niet
meer toerekenen, dus betaalt nu iedere burger gewoon mee aan dit apparaat
dat wellicht wat te groot is. We hebben daar, mede naar aanleiding van de
commissiebehandeling in a.b.z. nog eens over nagedacht en we zijn tot de
conclusie gekomen dat als je de kengetallen vergelijkt, het inderdaad zo is
dat wij in Soest wat meer geld kwijt zijn aan ambtenaren dan elders. Daar
zouden we ons druk over kunnen maken als we de "kwaliteit van het werk van
onze ambtenaren beneden peil zouden vinden. Dat vinden we gelukkig niet,
althans, in grote lijnen niet. Het is natuurlijk wel goed dat zij weten dat
wij als raad en als hoofd van de gemeente net als de baas van een fabriek
gewoon waken over de kwaliteit van hun werk, steeds weer, en dat wij dus
onze mensen gewoon vertellen dat we kwaliteit van ze verlangen en dat wij
ook nog wel eens een keer willen vertellen welk niveau van kwaliteit we dan
verlangen. In dat opzicht moet ik zeggen dat wij de doorlichting dus een
uitstekende zaak vinden. Er is gezegd dat het vooral niet zo moet zijn dat
het als bedreigend over mag komen. Wat ons betreft hoeft evenwel ook niet
verhuld te worden dat doorlichting best wel tot onthullingen mag leiden en
in ieder geval dus niet moet leiden tot het toedekken van onwenselijke
situaties. Wij zijn bereid het ambtelijk apparaat te prijzen en te
beschermen waar het dat verdient, maar we zullen ook de burger beschermen
tegen een kostprijs van ambtelijk werk die niet in de juiste verhouding
staat tot de kwaliteit van het werk. Toch zijn wij dus ook wel bekend met
kritiek vanuit de burgerij op onderdelen. Die nemen wij dan weliswaar niet
klakkeloos over, maar u mag van ons ook verwachten dat wij dan toch nagaan
of die kritiek terecht is en of die moet worden toegeschreven aan de
politiek verantwoordelijke persoon of aan oorzaken binnen het apparaat. Dat
betekent dat wij het onderwerp hoog op de agenda houden, omdat wij bereid
zijn te betalen, maar niet teveel te betalen.
Dan zijn we tegelijkertijd bij het tweede deel, de bestuurlijke
vernieuwing. Meer in het bijzonder de ombudsman, waarvan wij weten dat het
langzamerhand wellicht door een aantal fracties aan deze tafel ervaren
wordt als een zendingsfunctie die D66 niet kan loslaten. Wij zullen dan ook
op dit punt doorgaan tot Carthago verwoest is. Wij zullen u bij elke
gelegenheid met de noodzaak en de wenselijkheid van deze functie
confronteren. We zullen daarbij dit keer niet zover gaan, om dat met een
motie of een amendement te doen, maar wij zullen het onderwerp levendig
houden. Een tweede sieraad dat wij in de Soester bestuurscultuur missen is
de bereidheid om te toetsen of wij -daar versta ik onder de bestuurders en
de ambtenaren- nu echt steeds de correcte vertaling van de gevoelens van de
burgerij vertolken. Het is niet zo als de heer Meilof ons even dacht aan te
geven dat wij hier op een manier regeren die geheel onwenselijk zou zijn.
Het is aan de andere kant zo dat wij weten dat het niet zo eenvoudig is om
een correcte vertaling te geven van wat de burgerij wenselijk vindt.
Daartoe kan dus een raadplegend referendum uitstekend dienen. We hebben
overwogen om een motie in te dienen waarin wij twee dingen aan u duidelijk
wilden maken. Wij zouden u hebben willen uitnodigen om een ontwerp van een
verordening te maken, met andere woorden: om het instrument gereed te maken
waarmee het mogelijk wordt om op enig later tijdstip tot toepassing over te
gaan. Want er zijn natuurlijk twee fasen: als je een referendum wilt
houden, moet je dat ordelijk geregeld hebben. Daarvoor hebben we dus de
discussie nodig over zo'n verordening. Op grond van hetgeen u hebt gezegd