24 oktober 1990 - 27 - Heer B0ERK0EL (PvdA): Het lijkt er wel op. U bent niet ingegaan op de algemene suggestie van mij dat voor auto's afgesproken was zeven jaar afschrijvingstermijn en dat deze auto voor vijf jaar staat. Dat is denk ik wat ons betreft principieel onjuist dat je eerst een afspraak maakt en vervolgens bij een auto zegt: vijf jaar. Dat is onjuist. Dan nog een opmerking richting mevrouw Blommers voor wat betreft de hondepoep. Ten aanzien van de voorlichting ben ik die dagen dat hier die mooie tekeningen hingen ook in het gemeentehuis geweest om te kijken wat de reacties van de verschillende mensen waren en om te kijken naar die tekeningen. Ik heb toen ook tegen de ambtenaar gezegd die daar stond om vragen te beantwoorden dat het uiterst onvoldoende was zoals op deze manier met de materie werd omgegaan. Mevrouw Blommers heeft gelijk wat betreft die voorlichting. U kunt niet eerst een aantal tekeningen maken en vervolgens zeggen: nu gaan we het ook nog een keer via voorlichting doen. U had het anders moeten doen. Sommige mensen die ik die middag gesproken heb, hebben zich daar ook boos over gemaakt. Mensen die bij de Lazarusberg hun honden uitlaten bijvoorbeeld, die al eerder in de commissie ingesproken hebben en waar afspraken mee gemaakt waren, hebben zich uitgesproken zoals mevrouw Blommers zei en zich boos gemaakt over de manier waarop de gemeente hier nu meer omgaat. Er was wel degelijk afgesproken om met mensen te overleggen op welke manier je omgaat met het probleem van de hondepoep. Ik heb zelf ook een hond en de heer Meilof heeft blijkbaar ook een hond. Ik weet -ondanks het feit dat velen in deze raad niet over de hondepoep praten- dat het best een groot probleem is. De heer Meilof moet het niet bagatelliseren. Het is een probleem. Als je op sommige paden in de bossen komt en op sommige paden in de plantsoenen, dan liggen die hondedrollen daar en dat is erg vervelend. De manier waarop mevrouw Blommers zegt ermee om te moeten gaan, ik denk dat dat de enige juiste manier is. Verder ligt er denk ik nog een motie van de heer Meilof die ik graag in stemming gebracht zou zien. VOORZITTER: Dat kan het beste bij hoofdfunctie 9. Dat komt later. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, zowel mevrouw Blommers als de heer Meilof hebben enigszins gelijk. Ik ben ook op die bewuste voorlichtingsdag geweest en inderdaad is het ook mij opgevallen dat de mensen die daar aanwezig waren, de mensen waren die al eerder betrokken zijn geweest bij overleg met de gemeenteambtenaren over hoe in dat deel van Soest de zaak moet worden aangepakt. Het was ook heel duidelijk dat er grote ontevredenheid was over de manier waarop dit nu met groene strookjes en zandbakken was aangepakt. Wat dat betreft denk ik dat mevrouw Blommers gelijk heeft. Waar de heer Meilof naar mijn idee gelijk in heeft, is dat we niet moeten doen alsof het probleem overal in Soest even groot is. Inderdaad is het zo dat in wijken waar de bebouwing dichter is de problemen veel groter zijn dan in wijken waar de straten wat ruimer zijn en de er wat meer ruimte is. Dat is ook bekend. Wat dat betreft denk ik dat het ook een goede zaak is als bij de uitwerking van het hele probleem van de hondepoep, dat daar rekening mee wordt gehouden. VOORZITTERTen aanzien van de brandweer denk ik niet dat ik mijn betoog nog keer hoef te herhalen, ik dacht dat ik duidelijk geweest was. We komen erop terug. Als u het ongewijzigd laat zoals het nu in de voorstellen zit, dan denk ik dat wij erin slagen om eruit te komen in de zin zoals u denkt dat het het beste is. Daarbij denk ik ook aan de wensen van de brandweer tegemoet te kunnen komen. Ten aanzien van de afschrijving van de auto's, daar zou ik nu ook niet verder in willen treden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 342