24 oktober 1990 - 37 - nu iets meer mag doen dan alleen maar koeken eten en croquetten verorberen. Dan heb ik het idee dat ik zo'n beetje mijn eigen dekking aan het opeten ben. Ik wilde u een aantal voorstellen doen die dit onderdeel betreffen, in een bepaalde volgorde. In de duistere kelders van dit heldere gemeentehuis ligt een schat verborgen. Kunst. Die wacht eigenlijk om het oog van de Soester burger die hongert naar cultuur, te strelen. Om nu te voorkomen dat die oogstrelende of misschien wel oogverblindende kunst verschimmelt en verteert wil ik het verzoek doen om te onderzoeken of het mogelijk is dat deze kunst via de artotheek onder de burgers kan komen. Dat betreft het eerste voorstel, dat kost geen geld, tot troost van de heer Menne. Dan wilde ik graag naar het volgende, dat betreft het fonds culturele aankopen van de Stichting Oud Soest. In deze vluchtige tijd die eigenlijk zo uitsluitend op de toekomst gericht lijkt te zijn, een tijd waarin de nodige reflectie vaak ontbreekt, omdat we ons veel te krappe tijdschema's hebben toegemeten, willen we blijven omzien in verwondering. Om dat te stimuleren en de mogelijkheden daartoe ter beschikking te stellen, willen we de wens die het museum van de Stichting Oud Soest heeft honoreren, namelijk 10.000,- voor hun fonds culturele aankopen. Het is net zo belangrijk dat oude op Soest betrokken kunst gehonoreerd wordt, omdat al heel veel geld wordt uitgetrokken via verschillende fondsen aan actuele kunst. Het lijkt wat stiefmoederlijk bedeeld te worden. Gekoppeld hieraan is eigenlijk het verzoek om de kunst die dan wordt aangekocht of het ambachtelijke werk dat in het verleden is gemaakt -het is wat moeilijk om daar een grens in te trekken- dan ook tentoon te stellen. Het is dan ook logisch om die andere wens, 7.000,- voor een ruimte, zeker gezien het feit dat ze zelf al zoveel hebben opgeknapt, te honoreren om die kunst in die ruimte dan ook tentoon te stellen. Dat willen wij eigenlijk ook honoreren. Ik kom straks wel op de dekking terug, als u het niet erg vindt. Dat was de derde. Het vierde punt dat ook bij dit hoofdstuk hoort en dat dan minder kunst is, maar misschien wel een kunst, dat betreft de wens om een tweede project dagopvang psycho-geriatrische patiënten te realiseren in Molenschot. We hebben gehoord van de wethouder dat de provincie geen middelen beschikbaar kan stellen dit jaar. Misschien wel voor het komende jaar, bedoel ik dan. We vinden het toch belangrijk dat zo'n project van start gaat. We hebben allemaal kunnen lezen en kunnen horen hoe dringend dit is en wij zouden willen voorstellen om dit ook te honoreren. U hebt de tekst van de motie voor u, dus ik hoef dat niet verder uit te leggen. Dan wat betreft de dekking. Daar waar gesproken wordt over het incidenteel overschot welzijn, bedoelen wij de 75.000,- die op dit moment niet besteed is aan de MolensoosWe hebben begrepen dat dit bedrag ook niet besteed zal gaan worden. We kunnen dat allemaal keurig daaruit betalen. Wat betreft het fonds culturele aanschaffingen, die 10.000,- hebben wij geprobeerd een dekking te vinden om toch tegemoet te komen aan de eis of de wens nieuw voor oud. Om dit bedrag te dekken vanuit twee posten die daar genoemd zijn, dat is het voorzieningenfonds kunstenaars, 2.250,- Dat is een subsidieregeling die wij zijn aangegaan als gemeente en die we ieder jaar opnieuw moeten bekijken. In de tweede plaats de post aankoop Soester kunstenaars. Wij menen dat de Soester kunstenaars ook kunnen profiteren via een ander fonds. Het is een kwestie van prioriteiten stellen en wij leggen op dit moment de prioriteit bij het aanschaffen van cultuurgoed dat misschien verloren dreigt te gaan. Nu krijg ik iets moeilijks, want nu moet ik al die andere moties er ook bij betrekken. Er is natuurlijk voor de verschillende zaken een dekking gevonden die een ander ook al heeft gevonden. Dat vechten we wel uit zo. Natuurlijk, laten we het proberen. Wat ik van al dit soort dingen niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 352