15 februari 1990
- 10 -
worden uitgeoefend, hetgeen uiteraard zal geschieden.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat ik de zaken daarmee op een rijtje heb
gezet en tevens de beantwoording heb gepleegd. Hier laat ik het graag bij.
Heer B0ERK0EL: Alvorens u in tweede instantie het woord geeft, zou ik graag
nog een deel van wat ik gevraagd heb aan het college beantwoord zien,
namelijk de opmerking die wij gemaakt hebben over het in discussie brengen
van het winkelgebied Van Weedestraat, het meenemen van die weg daar
achterom bij het bestemmingsplan Van Weedestraat. Volgens mij is het een
mogelijkheid dat je normaal de bestemmingsplanprocedure volgt en dat je een
ander deel overlappend op een ander bestemmingsplan mee kan nemen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat de heer Boerkoel
daarmee ook zijn initiatiefvoorstel bedoelt dat in zijn geheel mee zou
moeten gaan?
VOORZITTERNee, aan de orde is hier vanavond, door verscheidene
raadsleden verwoord, of het wijselijk is, verstandig is om een deel van het
bestemmingsplan waar het bij dit agendapunt over gaat al of niet buiten
beschouwing te laten, tegen de achtergrond van de plannen die door de PvdA
over het winkelgebied zijn ingediend. Die afweging moeten we even maken,
zonder inhoudelijk vanavond op die plannen in te gaan, want dat komt op een
ander moment. Dat vraagt u nu ook niet, maar we moeten het even toetsen
tegen het licht van dit agendapunt. Wilt u daar een reactie op geven?
Wethouder PLOMP: Dat is ook in de geest van wat ik dacht, dat u het
initiatiefvoorstel in relatie tot dit bestemmingsplan ziet. Ik denk dat dan
artikel 19 een rol gaat spelen bij de verdere procedure.
Heer BOERKOEL: Ik zie de heer De Kam nee schudden. Ik denk dat het procedu
reel niet juist is wat de heer Plomp zegt. De weg, de Van Weedestraat, komt
pas over twee jaar in ons bezit. Een ruimtelijke ordeningsprocedure duurt
ook een bepaalde periode. De Van Weedestraat komt nog aan de beurt, dus ik
denk helemaal niet dat het via een artikel 19 procedure moet. Maar in de
afweging zoals wij gevraagd hebben aan u om die te doen en het ambtelijk
advies op ons plan, zullen we dan die beslissing meenemen.
Heer VISSER: Voorzitter, ik had twee amendementen ingediend. Ik heb u
gevraagd ze voor te lezen, maar u doet dat niet. U stelt mij teleur.
VOORZITTERIk heb gezegd dat ik dat straks zal doen. Dat doe ik vlak voor
de besluitvorming, mijnheer Visser. Dat heb ik u gezegd.
Heer VISSER: Dat is dan jammer, want nu heeft niemand dit gehoord en weet
niemand waar het over gaat.
VOORZITTERDe wethouder is er wel op ingegaan, dus iedereen weet het wel,
denk ik
Heer VISSER: Maar ik heb al begrepen dat een van de amendementen zelfs is
aangenomen, die gaat over de Heuvelweg. Maar over die andere wil ik nu toch
even iets zeggen, omdat mevrouw Greefhorst toch probeert zand in de ogen te
strooien door te zeggen dat een twee onder een kap is toegestaan. Wat nu
het verschil is, is dat bij het oude bestemmingsplan de minimale goothoogte
4,5 meter is. Dat betekent dat mevrouw Verwoerd niet haar zin krijgt omdat
daar alleen maar een huis gebouwd mag worden met een minimale goothoogte
van 4,5 meter, waar zij totaal geen behoefte aan heeft. Zij is wat ouder