24 oktober 1990
- 60 -
voorzieningen verantwoordelijk zijn, aan de orde is geweest, is het feit
dat het een aanpak moet zijn die zo flexibel is dat je kunt schuiven met
functies binnen een bepaalde bouwmassa, binnen een bepaald gebouw. Dat
betekent dat je minder afhankelijk bent van het moment waarop je iets kunt
realiseren. Dat is een centraal punt en daar moeten met name de mensen die
er inhoudelijk sjoege van hebben en de architecten zich verschrikkelijk
druk over maken. Daar wordt op dit moment naar gekeken. Feitelijk betekent
het naar mijn idee dat een discussie in deze gemeenteraad als het kan dit
jaar nog gevoerd zal moeten worden over de resultaten van de bouwmassa
studie, met de bedoeling om aan de Dalweg het een en ander op te kunnen
zetten. Als daar duidelijkheid over is, dan kunnen ook de betrokken
instellingen verder op pad, want dan heb je er zekerheid over dat het die
richting uitgaat en dat er verdere plannen ontwikkeld kunnen worden. Dan
zullen ook goede nadere afspraken gemaakt kunnen worden over het vervolg
traject. Ik denk dat dan in ieder geval voldaan kan en zal worden aan de
intentie van de motie die moet leiden, voor zover we het in de hand hebben
en kunnen stimuleren, tot zo snel mogelijke realisering van dergelijke
voorzieningen. Maar ik denk dat een plan van aanpak net iets te ver gaat.
Ik denk dat het feitelijk overbodig is.
Motie X, structuur overleg met ouderen. Ik vind het jammer dat de heer
Pothuizen feitelijk volstaan heeft met het indienen van de motie en dat hij
het nauwelijks of niet heeft toegelicht. Ik denk dat er op zich aanleiding
was om het verder te motiveren waarom hij deze motie heeft ingediend,
vooral ook omdat hij in zijn overwegingen een aantal opmerkingen maakt
waarvan ik denk dat we daar toch moeite mee moeten hebben. Op het eerste
punt, de crisis, ben ik al uitgebreid ingegaan. Het tweede punt wekt de
suggestie alsof er eng gedacht wordt, met name op ambtelijk niveau binnen
de gemeente, als het gaat om doel en taken van de SWOS. Het is misschien
goed om in herinnering te roepen dat de gemeente meer dan nadrukkelijk
betrokken is bij de opzet van de SWOS en dat zowel bestuurlijk als
ambtelijk we volstrekt op de hoogte zijn van het feit dat de statuten
ruimer zijn geformuleerd dan ze op dit moment worden gehanteerd. Dat is
bewust toen zo gedaan om mogelijke ontwikkelingen in de toekomst de ruimte
te geven als blijkt dat die ruimte nodig is. En het is net als met een
bestemmingsplan, je kunt een bepaalde bestemming geven, maar je hoeft hem
niet altijd te realiseren, die keuze kun je zelf maken. Het derde
gedachtenstreepjedaar zouden we ons op enigerlei wijze best in kunnen
vinden. Niet voor niets ontstaat er zo'n discussie, dus daar willen we met
z'n allen wat aan doen. Het vierde gedachtenstreepjedat ondanks aandrang
vanuit de raad het college tot nog toe geen zichtbare inspanning heeft
gedaan, daarvan kan ik alleen maar zeggen dat het jammer is dat ondanks
alle informatie die ook in de vorige raadsperiode al gegeven is, het u
blijkbaar tot nog toe onvoldoende duidelijk is geworden. Sterker nog, ik
denk dat het college geen aandrang vanuit de raad nodig heeft om in dit
soort gevallen iets te doen. Het vijfde gedachtenstreepjeVerder uitstel
is inderdaad ongewenst. Ik denk dat we inderdaad op korte termijn tot
conclusies zouden moeten komen. Wat dat betreft is er geen enkel bezwaar
tegen verder overleg met de SWOS om te bekijken op welke manier dat
gebeuren kan. Ik denk dat ook wat ik eerder op de dag heb gezegd, toch
overeind blijft. Dat zul je in goed overleg met elkaar moeten doen, om te
kijken waar dan precies dat toe zou moeten leiden. Ook in dat verband zal
de SWOS duidelijk moeten aangeven hoe of wat. Ik heb aangegeven dat we niet
alleen met het bestuur van de SWOS te maken hebben, maar zeker ook met een
aantal deelnemers die van ons subsidie ontvangen. Als u bedoelt met die
intentie dat er snel iets gebeurt en dat het probleem wordt opgelost, als u
dat simpelweg zou constateren, dan hebben we elkaar eenvoudig gevonden. Als
u blijft bij uw overwegingen, dan zou ik haast zeggen dat u insinueert op