24 oktober 1990
- 61 -
een aantal onderdelen. Dat moet ik ver van mij werpen. Ik hoop dat we
elkaar met die positieve benadering -snel tot een oplossing komen- zouden
kunnen vinden.
Motie XI. Daar is feitelijk al het een en ander over gezegd als het om de
financiering gaat. Uw suggestie om eind 1990 met voorstellen te komen over
dit bedrag zou op zich goed zijn, alleen, u doet op voorhand al een
uitspraak omtrent de Hopman MasselmangroepIk heb u denk ik meer in het
licht van het sociaal cultureel werk een aantal opmerkingen doen toekomen,
daar moet u in tweede instantie maar op reageren. Verder denk ik dat het
duidelijk is dat de raad üiteindelijk beslist hoe wat dat betreft de
argumenten gewogen worden.
Mevrouw Stekelenburg heeft nog een opmerking gemaakt over de afdeling
sociale dienstverlening en het schuldverhaalje wordt alleen maar geholpen
als je een schuld hebt. Ik denk dat dit niet de plek is om daar uitgebreid
op in te gaan. Dat vereist ook denk ik iets meer uitzoekwerk en overleg,
ook met de afdeling sociale dienstverlening. Dus ik denk dat het goed is om
daar in de commissie op terug te komen bij gelegenheid, om in dat verband
duidelijkheid te geven en te kijken wat het werkelijke verhaal is, wat de
randvoorwaarden zijn. In ieder geval zal het nooit zo kunnen zijn dat er in
algemene zin dit soort scherpe regels worden gehanteerd. Altijd -dat is de
afspraak tenslotte, zeker in het licht van de ruimere individualisering die
moet kunnen plaatsvinden- zal elk individueel geval op zichzelf beschouwd
moeten worden. Ik denk dat ik over uw hoofd heen dan ook diegenen die met
een dergelijke situatie worden geconfronteerd, oproep om dan maar een
afspraak met mij te maken om te vertellen wat er aan de hand is, zodat we
er verder wat aan kunnen doen.
De heer Meilof heeft nog een opmerking gemaakt over de Joannesparochie en
het exploitatiegat waarin C-drie zou kunnen duiken als de Joannesparochie
zou zijn uitgekocht. Ik denk dat dat een misvatting is. Natuurlijk komt er
in geringe mate wat water-, elektrakosten en dergelijke bij, dat beloopt
enige duizenden guldensmaar daar tegenover staat dat het in de
exploitatieve zin, de beheerskostensfeer wat eenvoudiger is, daar bespaar
je dan weer wat op. Het zal ongetwijfeld in de sfeer van de exploitatie,
het beheersmatig interessant maken van het gebruik van de ruimte, toch wel
iets kosten. Maar zoals ik tot nog toe in het gesprek met C-drie heb
begrepen zal dat nooit meer kunnen belopen dan enige duizenden guldens. Het
valt nu typisch in de discussie die ik ook al eerder heb aangegeven, van
het spannende evenwicht tussen elkaar een inspanningsverplichting opleggen:
de één voor wat betreft de subsidieverlening en de ander voor wat betreft
het streven naar een maximaal resultaat als het gaat om de horeca-
opbrengst. Wat dat betreft ben ik niet zo bezorgd.
Ik hoop dat ik hiermee alle opmerkingen heb gehad, voorzitter.
Nee, ik mis er nog één. Ik moet nog even terug naar de SWOSwant de heer
Verheus heeft bij zijn motivatie waarom hij voor de D66-motie was, gezegd
dat het probleem zou liggen tussen de vrijwilligers en de professionele
organisaties. Hij heeft daarbij de suggestie gewekt dat de gemeente in dat
verband een professionele organisatie zou zijn. Nu is het wel een
organisatie met een hoop professionals om het maar zo te zeggen, maar ik
denk dat u toch niet anders het kunt begrijpen dan dat er in de gedachten-
vorming binnen de SWOS valt te constateren dat er tussen organisaties met
een flink aantal beroepskrachten en meer de louter vrijwilligers
organisaties een duidelijk verschil in benadering valt waar te nemen. Dat
is dus echt iets dat met name binnen de SWOS op dit moment op een aantal
punten valt waar te nemen. Ik dacht dat het goed was om dat in ieder geval
te zeggen.
VOORZITTERVoordat ik naar de andere wethouders ga, denk ik dat ik eerst