24 oktober 1990 - 63 - commissie met de stand van zaken en eventueel misschien wel met een voorstel van het college, hetzij over de huisvesting, hetzij over de subsidie, hetzij over beide. Dan is er gesproken door enkelen uwer over de zaak van de 240.000,- die nog niet was verdeeld, echter wel in het investeringslijstje van de sport zat. Daarvan heb ik gezegd dat die 240.000,- op verschillende manieren tevoorschijn is gekomen binnen de sport. Daar heeft dus een herschikking plaatsgehad in de investeringslijst. Daar heeft bovendien een verandering van leningen plaatsgehad, van duur-rentende leningen naar goedkoop. Dat bracht contant geld op tot een bedrag van 240.000,- Om dat te verdelen stelt het college voor a. 120.000,- A.V. Pijnenburg en b. de rest aan renovaties. Daar komt het eigenlijk op neer. Wat die renovaties betreft gaat het om twee voetbalvelden van de voetbalvereniging SEC en één voetbalveld van de voetbalvereniging Hees. Dat is dus de situatie. Ik heb wel begrepen natuurlijk hoe het in de raad ligt, voorzitter. Ik moet zeggen dat toch de sporter het zou spijten, hoewel men zegt: ach, is het wel nodig? Ik verneem dus van deskundige insiders dat het nodig is dat dit wordt gedaan. Er was zelfs aanvankelijk een groter bedrag voor gereser veerd. Dit is het dan geworden, dus ik zou toch willen aanbevelen om het voorstel van het college zoals het er ligt, over te nemen en niet te gaan staan achter de motie die nu op tafel is gekomen van de Partij van de Arbeid. VOORZITTERDan gaan we over tot de tweede termijn. Heer POTHUIZEN (D66)Mag ik in eerste termijn nog een antwoord van de heer Visser over zijn gang naar de aandeelhoudersvergadering van de W.M.N.? Wethouder VISSER: Excuus, mijnheer Pothuizen. Wij zullen dit inderdaad doen, omdat het mij een goede zaak lijkt om daar voor niks te kunnen wandelen als de waterleiding dat goed vindt. In ieder geval kunnen we erover praten, over dat tientje. Dat zie ik wel zitten om het in mijn zak te houden. VOORZITTER: Dan is nu de raad weer aan de beurt. Ik kijk ook even naar de tijd. Ik denk dat we gewoon met elkaar ons best moeten doen om het kort en krachtig te houden. Ik zie tekenen van vermoeidheid en er zitten op de tribune ook mensen te wachten die voor de raadsagenda zelf komen. Maar ik denk dat we er nog wel in zullen slagen met elkaar. Aan u nu het woord. Misschien kunt u ook even aangeven in hoeverre u -gelet op de antwoorden die het college gegeven heeft- de moties al of niet handhaaft. Heer LOKKER (CDA): Voorzitter, ik zal proberen niet al te vermoeid te klinken om de geest erin te houden. Om even te beginnen met de heer Visser die ons verzoekt de motie in te trekken, ik denk niet dat dat juist is. U neemt hem over? Wethouder VISSER: Ja, laat ik het duidelijk zeggen: wij nemen het over in zijn geheel. Heer LOKKER (CDA): Dan hoeft hij ook niet ingetrokken te worden dus. VOORZITTERDan hoeft er ook niet meer over gesproken te worden. Hij is overgenomen door het college. Het wordt raadbreed en door het college gedragen, dus dat is klaar. Heer LOKKER (CDA): Dank u wel. Dan hebben wij bespeurd in de reacties van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 378