24 oktober 1990
- 72 -
contact gehad en heeft u garanties dat bij tijdelijk gebruik van de
CocaCola fabriek hier geen milieuschadelijke activiteiten zullen
plaatsvinden? Indien u contacten heeft gehad, wat voor maatregelen heeft u
dan afgesproken?
Mijnheer de voorzitter, wat de voorbeeldfunctie betreft voor een milieu
bewust gedrag is het mij opgevallen dat in de kantine veel plastic
verpakkingen gebruikt worden. Dit dient drastisch verminderd te worden. Ook
de energiebeheersing in het gemeentehuis dient in dit kader van
voorbeeldgedrag zeer kritisch bezien te worden. Als gemeente dienen we ook
hier weer alert te zijn. Als we onze inwoners vragen zuinig met energie om
te gaan, dan zien wij de rapportage van de energiecoördinator met
belangstelling tegemoet.
Wat de onkruidbestrijding in de wijken betreft', moeten we actief blijven in
ons voorlichtingsbeleid. Mensen, dat merk ik nu, denken soms dat het niet
meer nodig is om stoepjes onkruidvrij te houden, omdat er niet meer met
chemische middelen gespoten wordt. Wat dit betreft, voor het voorlichtings
beleid geldt: frapper toujours!
Wat ons afval betreft is preventie van het allergrootste belang. Meer
scheiden aan de bron. Ik denk dan aan lompen, plastic en blik, zoals in
veel gemeenten al gebeurt. Ook als actief beleid naar het bedrijfsleven
toe, wat ook in veel gemeenten al gebeurt, kunnen we verzoeken geen
plastic verpakkingen meer te gebruiken, geen tasjes met plastic meer aan te
bieden en dergelijke.
Complimenten heeft mijn fractie voor het milieuboekje dat uitgereikt is bij
de opening van het milieu-educatief centrum. Onze complimenten!
De motie van D66 zullen wij steunen.
Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, het is dan misschien inderdaad maar goed
dat ik daar wat op doorga, op die motie. Dat is een van de twee onderwerpen
waarover ik het onder deze hoofdfunctie wil hebben. Dit is nu echt een
motie naar het hart van de heer MenneAl die andere moties gaan alleen
maar over uitgeven, maar wat hier gebeurt is het zoeken naar middelen die
dan vervolgens kunnen worden besteed. Ik veronderstel dan ook dat er een
warm applaus heeft geklonken bij de heer Menne toen hij kennis nam van deze
motie. Heel concreet is het natuurlijk duidelijk dat een begroting algemene
dienst beoogt om geld te laten rollen. Nu is er in 1989 kennelijk iets
minder gerold en daarvan hebben we al een deel voor andere doeleinden
aangewend. U wilde die 400.000,- naar het rioolfonds, om op die manier
toch een bijdrage te leveren aan het betalen van het bergbezinkbassin. Nou,
dat bergbezinkbassin -dat is duidelijk- moet er komen. Een bezwaar is, als
we het op de verkeerde manier doen, dat er in het rioolfonds een gat
geslagen wordt dat heel lang zijn effecten zal hebben. We hebben moeten
constateren dat er een mogelijkheid is om zonder de burgers direct of via
een hele korte omweg hiermee te belasten toch te voorzien in dat dreigende
gevaar te keren en wel door dan toch maar weer even bij het grondbedrijf te
gaan kijken. Dat is dan een punt waar ik tegelijkertijd even mijn gram
kwijt moet.
Ik moet constateren, mijnheer de voorzitter, dat de bijdrage die van de
kant van het college is geleverd om hierover te kunnen discussiëren, mij
bijzonder heeft teleurgesteld en zelfs heeft opgewonden. Dat er verschil
bestaat tussen cijfers die gepresenteerd worden in februari en 12 oktober
dat kan ik mij voorstellen, daar zit een periode tussen. Als dan op 22
oktober hier 's avonds cijfers uitgedeeld worden die ferm afwijken van de
cijfers die ons op 12 oktober zijn toegezonden en moesten dienen bij de
voorbereiding van deze begrotingsbehandeling, dan vind ik dat zacht gezegd
merkwaardig en ik vind het in ieder geval zeer storend. Die 1,3 miljoen
die daar alleen al tussen zit, heeft mijn fractie ertoe gebracht hier nu de