24 oktober 1990
- 74 -
materiaal in de algemene reserve grondbedrijf 3,4 miljoen vrij
beschikbaar komt, waarvan het college inmiddels 0,65 miljoen
heeft geoormerkt;
nodigt het college uit
1. het mogelijk te maken het bergbezinkbassin uit het rioolfonds te
financieren zonder dat als gevolg daarvan de stand van het fonds
de eerste veertig jaar negatief kan worden, door het daarvoor
benodigde bedrag 760.000,-) uit de algemene reserve grond
bedrijf over te boeken naar het rioolfonds en de raad een
dienovereenkomstig voorstel te doen;
2. van het rekeningoverschot 1989 niet 400.000,- voor het
rioolfonds te bestemmen, maar voor de besteding hiervan voor eind
1990 aan de raad voorstellen te doen met inachtneming van de
wensen van de fracties zoals blijkend uit het zogenaamde
telefoonboek, bij voorkeur met betrekking tot milieu en stads- en
dorpsvernieuwing
en gaat over tot de orde van de dag.
De D66-fractie, getekend Adriaan Pothuizen en Gré van Eek- van Veelen.
Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, het zal u niet verbazen dat
ten aanzien van deze motie van D66 dat de Partij van de Arbeid een
voorstander hiervan is. Al eerder hebben wij gezegd dat het onjuist is om
een rekeningoverschot van 400.000,- te besteden voor de bergbezinktank
Want dat is een rare manier van besteden. Uit de algemene reserve
grondbedrijf is ook eigenlijk een beetje vreemd, maar daar heb ik meer
vrede mee, omdat daarvan gezegd is in de vergadering, zoals hier ook staat,
dat daarvan dingen betaald zouden kunnen worden die niet in de normale
reguliere begroting zijn meegenomen. Daarom zullen wij ook afzien van het
ter discussie stellen van de 2,2% verhoging van het rioolrecht, omdat nu de
dekking aangegeven is door het feit dat deze 760.000,— gestort wordt
vanuit de reserves naar het rioolfonds, zodat er niet het gat geslagen
wordt waar we bevreesd voor waren. Wij zullen dus voor deze motie stemmen.
Ik denk dat het juist is als het college, zoals de heer Pothuizen zojuist
gezegd heeft, zich nader beraadt over dit soort van voorstellen. Het is
onjuist om het ene gat met het andere te dichten, daar waar eerder
afgesproken is dat waar ruimte is de reserves van het grondbedrijf te
gebruiken voor dit soort voorstellen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, de wethouder heeft toegezegd dat
er een milieuweek ter bespreking ambtelijk voorligt. Ik zou eraan willen
herinneren -één collegelid weet dat zeker nog, de heer Menne- dat we jaren
geleden al eens keer een milieuweek hebben gedaan en dat hebben we toen
heel nadrukkelijk gedaan met het Soester erbij te betrekken. Instellingen
in Soest en Soesterberg waren daar heel nadrukkelijk bij betrokken. Ik kan
mij nog herinneren dat wij toen net de zogenaamde KOMO-zakken hadden
ingevoerd en de heer Van Os zal dat ongetwijfeld nog weten, want hij was
toen ook een lange afstandloper en hij liep toen in een KOMO-zak. De heer
Menne plantte een boom en gleed uit omdat het zulk slecht weer was. Afijn,
uw college was erbij betrokken, de raad was erbij betrokken, maar ook de
bevolking van Soest, de instellingen enzovoorts waren erbij betrokken. Het
leeft op die manier meer dan wanneer je het alleen maar in de voorlichtende
sfeer doet. Het was heel concreet.
Ik zou uw aandacht nog willen vragen voor de containers, met name de
g.f.t.-containers die bij de flats geplaatst zijn. De ervaring leert nu dat
ze eigenlijk te klein zijn en dat mensen het dan toch niet daarin doen waar
het eigenlijk in zou moeten.
Ik zou u nog willen vragen hoever het nu is met de vergroting van de aula