24 oktober 1990
- 8 -
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter we houden ons aan de opmerkingen die
we in eerste instantie gemaakt hebben, zij het met de aanvulling die onder
andere door de heer Pothuizen is verwoord met betrekking tot de bestaande
bebouwing aan de Bosstraat, die dan uiteraard zal moeten verdwijnen om die
twee woningen daar toe te staan.
Heer KRIJGER (WD)De uitgestoken hand naar het college is niet helemaal
gepakt. Hij greep een beetje mis, de heer Visser. Maar dat geeft niet, we
kunnen alsnog reageren in tweede instantie. De uitwerkingsmogelijkheid
artikel 19 is aangereikt als hulpmiddel om daar waar het bezwaar nog steeds
kan leiden tot een vervolgbezwaar om toch te kijken met een aantal mensen
tot overeenstemming te komen. Dat is ook de suggestie geweest waarom wij
uit een aantal bezwaren er drie hebben genoemd. Een ervan is de situatie
van de heer Kleinegris, de lokatie Van Asch heb ik het genoemd, zo heet het
formeel. Daar zijn voorstellen voor. Bij de uitwerking kan het best
betekenen dat men de suggestie die hij doet en niet gerealiseerd kreeg -
vandaar het bezwaarschrift- dat het gerealiseerd kan worden.
Andere bezwaarden, de erven De Ruijg moet ik ze noemen, ook daar kan best
nog de uitwerkingsbevoegdheid tot resultaat leiden. Daar loopt het college
eigenlijk een beetje langs, in dit geval dan degene die namens het college
geantwoord heeft.
Met betrekking tot de verkeerssituatie neem ik aan, gezien de raadbrede
opvatting: dat moet je zo maar niet doen, voordat je het echt gaat
gebruiken moet het worden bekeken, dan kan best blijken dat bepaalde
wegafsluitingen niet nodig zijn, dat het college goed heeft verstaan wat
wij bedoelen.
Wethouder VISSER: Bij de uitwerking zullen we dat inderdaad bekijken,
mijnheer Krijger, die artikel 19.
VOORZITTERDan komen we aan besluitvorming. Kan de raad ermee instemmen,
rekening houdend met het gegeven antwoord dat dit voorstel zo wordt
aangenomen?
Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, dat wil zeggen, als het voor het
college duidelijk is dat datgene wat wij naar voren gebracht hebben een
voldoende meerderheid heeft.
VOORZITTER: Dat vraag ik dan nu aan de raad of dat zo is. Ik heb gezegd:
het raadsvoorstel inclusief het gegeven antwoord. Daar wordt nu ja tegen
gezegd. Het is misschien toch goed, voordat er naderhand misverstanden over
komen: die twee woningen van Kleinegris, welk besluit wordt daar nu over
genomen? Wat de wethouder daarover geantwoord heeft?
Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, ik ben heel duidelijk geweest in
tweede instantie hebben wij ons voorstel gehandhaafd en ook de WD heeft
dat gedaan.
VOORZITTER: Dan constateer ik dat zoals u het verwoord heeft, dat daar een
raadsmeerderheid voor is.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, en dan is er nog een probleem. Dat is de Den
Blieklaan. Die bewoners hebben toch ook van meerdere fracties gehoord dat
men wenst dat daar geen aansluiting plaatsvindt. Ik heb niet duidelijk
gehoord of dat ook gehonoreerd wordt.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Er is een toezegging door de wethouder gedaan.