15 november 1990 - 4 - behandeling hebben gesproken over een brief van juli die tot 22 oktober is achterhouden. U kunt natuurlijk zeggen: dat is ook een toevalletje. Maar toen kwam ik thuis en ik heb dat nog eens goed nagekeken wat men daarvan zegt. Wat hoor ik zeggen? "In Soest zullen geen geheimen meer zijn". Dat hoorde ik in mei. Mei lag natuurlijk voor juli, dus chronologisch is er iets fout. En niet alleen chronologisch is er iets fout, er is fout aan de opstelling, de serieuze benadering, oftewel: wij zullen moeten wennen aan het feit dat iemand 180 graden is omgedraaid en nu plotseling dingen doet die in het verleden niet werden mogelijk geacht, laat ik het zo noemen. Daar wil ik het voorlopig bij laten, maar wij gaan de zaak beoordelen op zijn merites. Ik vind het incorrect dat er met zaken die voor de hele raad bestemd zijn op deze manier wordt omgegaan. Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, in grote lijnen sluit ik mij bij de vorige spreker aan. Ik zou van het college willen weten wat de gedragslijn nu is, respectievelijk zal zijn bij de volgende journalist die een van u opbelt met iets dat wel eens waar zou kunnen zijn, waarop vervolgens door u dus bevestigend wordt geantwoord, recht voor zijn raap of krom voor zijn raap. Wat gebeurt er dan? Op het moment dat u het telefoontje gehad hebt en het antwoord hebt gegeven, pakt u dan de pen en gebruikt u een stukje papier om ons meteen in te lichten, zodat wij -weliswaar niet precies gelijk met de pers, maar toch wel ongeveer gelijk met de pers- worden geïnformeerd, of laat u het vrolijk lopen zoals nu en horen wij het toevallig bij een borrel tussentijds of hier een deel van het verhaal, stukjes? Ik zou daar graag een goed antwoord en een mij bevredigend antwoord op willen hebben. Heer BOERKOEL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, het bevreemdt mij inderdaad. Ik heb goed zitten opletten wat voor gezichten de mensen achter de tafel van het college trokken op het moment dat mevrouw Blommers de vragen stelde en de heer Visser het antwoord gaf. Ik zag achter de tafel van het college vragende gezichten. Zo in de trant van: verrek, is dat uitgelekt? Verrek, is dat antwoord gegeven? Is het mogelijk dat niet het hele college op de hoogte was van het feit dat het uitgelekt was, maar dat er op een of andere manier gewoon publiciteit aan gegeven is? Ik vind het nogal vreemd. Het is het tweede incident in een hele korte periode. Eerst die brief van Schapenk, nu dit incident. Ik mag toch aannemen dat het niet de bedoeling van het college is dat op deze manier met deze raad wordt omgegaan? Want dat zou kunnen betekenen dat andere mensen op een andere manier zouden moeten omgaan met andere dingen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het kan niet de bedoeling zijn van het college. Daar waar wij gepoogd hebben na de verkiezing een college te installeren dat niet rollebollen ging en dus ook niet een college dat rollebollen met de raad ging. We hebben geprobeerd te gaan vertellen aan de burgers: we willen samen in dit gemeentebestuur, samen met alle fracties tot standpuntbepaling komen. Ik denk dat je dat dan ook samen moet doen en niet alleen maar zeggen: ik heb het recht voor zijn raap gezegd. Op zich is dat natuurlijk uitstekend, iets recht voor zijn raap zeggen, ik hou daar wel van. Maar het betekent ook dat je wel de juiste weg moet bewandelen. Mevrouw Blommers heeft helemaal gelijk. Als 6 november de beslissing is genomen, dan kunt u niet wachten totdat u 13 november door de pers gebeld wordt. "Oh ja, nu moet ik ook nog de commissie inlichten". Vervolgens zitten we nu bij een raadsvergadering en worden er vragen gesteld. Nu kunt u rustig zeggen als college: morgen komen de stukken naar u toe. Ik vind dat een onjuiste manier en de heer Van Logtenstein heeft het heel netjes gezegd, maar ik ben er gewoon boos om. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, er is al heel veel gezegd waar onze fractie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 419