20 december 1990 - 16 - weten, menen wij dat het een slechte zaak is dat er op dit moment een nieuwe school wordt gebouwd aan de rand van het Smitsveen. Het is weliswaar een heel mooi ontwerp, het zou een mooi gebouw zijn, maar we weten ook allemaal dat er een aantal andere schoolgebouwen in de buurt vrijkomen. In Soest gebeurt dat wel vaker. Vandaar dat we een bedrag van anderhalf miljoen voor een nieuwe school, waardoor mogelijk andere scholen in de buurt op den duur ook in moeilijkheden kunnen komen, een slechte zaak vinden. Vandaar dat onze fractie tegen dit raadsvoorstel zal stemmen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, het is een formeel agendapunt, maar toch willen wij onze zorg uitspreken als het inderdaad gaat om het stichten van nieuwe scholen. Op dit moment zitten er vijf kinderen en de prognose is voor het komend jaar niet veel optimistischer. Voor volgend jaar en het jaar daarop zelfs niet. Je kunt je dus inderdaad in alle redelijkheid afvragen, gegeven de discussie die ook in Den Haag gevoerd wordt om te komen tot vergroting van het onderwijs, of het niet zinnig was geweest om uit te kijken in Soest naar een tijdelijke behuizing, bijvoorbeeld tijdelijk dan nog maar even in de MAVO, die daar -voor zover ik geïnformeerd ben- niet echt problemen mee zou hebben. Maar ik begrijp dat we er helaas niet onderuit kunnen. We hebben toen uitputtend gesproken over: moet het wel of moet het niet? Het bestuur is van mening geweest dat zij voldoende respons krijgen, voldoende handtekeningen om daar een school te stichten. Dus, met de grootst mogelijk moeite moet ik helaas akkoord gaan. Heer VERHEUS (CDA): Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot wat de heer Witte en in mindere mate mevrouw Stekelenburg naar voren brengt, maken wij ons helemaal geen zorgen. Er is vrijheid van onderwijs in dit land. Deze school voldoet aan de wettelijke eisen voor het stichten van een school. Als je dan tegen zo'n school bent, zoals de heer Witte zegt, dan moet je ook consequent aanvaarden dat als je als raad nee zegt, dan moet je dat ook motiveren. We kunnen er geen enkel wettelijk motief voor vinden. Zeg je ja, dan voldoe je aan de wet. Dat zei mevrouw Stekelenburg al min of meer, het is een formele zaak. Maar ik wil toch duidelijk stellen dat onze fractie dit voorstel van harte steunt. Nogmaals, we hebben hier vrijheid van onderwijs en deze school, dit bestuur dat de aanvraag heeft ingediend, voldoet aan de wettelijke eisen. Als gemeente zullen we daar gewoon ja tegen moeten zeggen. Wethouder SWINKELSVoorzitter, eerst even naar de heer Witte toe. Ik denk, mijnheer Witte, dat uw overwegingen wellicht in een andere tijd meer mogelijkheden hadden. Tot nu toe is het zo dat de schaalvergroting in het onderwijs ook nog geen plaats heeft gevonden en er inderdaad om formele redenen geen twijfel mogelijk is dat we dit krediet kunnen en moeten verlenen. Mevrouw Stekelenburg attendeerde meen ik ook op de toekomst, de schaalvergroting. U heeft dat goed begrepen van staatssecretaris Wallage. Ik moet u wel zeggen dat diezelfde staatssecretaris inmiddels zijn handtekening heeft gezet onder de voorstellen van de gemeente Soest met betrekking tot dit krediet. Dan de heer VerheusIk meen dat u terecht uw opmerkingen gemaakt heeft. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil even reageren op de heer Verheus die ons min of meer ervan wil betichten dat wij tegen vrijheid van onderwijs zijn. Daar gaat het voor ons in dit geval niet om. De vrijheid van onderwijs in Nederland steunen wij, dat vinden wij een goede zaak. Waar het hier om gaat is dat er gemeenschapsgeld in een nieuwe school wordt gestopt, terwijl wij van mening zijn dat binnen afzienbare tijd andere geschikte

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 439