15 februari 1990 - 28 - aanzien van het project Lindenhof te staken. Het college heeft aan de hand van dat plan unaniem besloten om die procedure toch door te zetten. Onze fractie -ik laat daar geen enkel misverstand over bestaan- deelt die mening van het college. In de vergadering van deze raad van 23 november is door ondergetekende namens de CDA-fractie en door mevrouw Stekelenburg namens de fractie van de PvdA duidelijk gezegd dat we medewerking verlenen, maar onder een aantal voorwaarden, die hoofdzakelijk wat onze fractie betreft betrekking hadden op de verkeers- en parkeerproblematiek rondom dit hele plan. Ik zou daar nog eens op aan willen dringen. Ik ga ervan uit, mijnheer de voorzitter, dat in de raadsvergadering van 15 maart a.s. het college ons voldoende Inzicht kan geven in de goede afwikkeling juist op deze punten, namelijk de verkeers- en parkeerproblematiek. Kortom, wij zullen het voorstel van de WD niet steunen. Heer B0ERK0EL: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat het belangrijk is om even te reageren op wat de heer Krijger heeft gezegd, op een enkel punt althans. De WD praat hierin over het afblazen van deze artikel 19 procedure, maar het midden- en kleinbedrijf in Soest zegt juist dat je het niet moet afblazen, maar maximaal uitstellen. Zij willen graag met een plan komen. De PvdA, vooruitlopend op het plan van de Federatie Midden- en kleinbedrijf, heeft gezegd dat wij denken dat als de Federatie met een plan komt, dat het een plan is vanuit de visie van het midden- en kleinbedrijf. Wij willen het graag, zoals wij denken dat het voor de burgers zou kunnen zijn met een heleboel maren daarbijals bestuurders naar voren brengen zodanig -dat staat ook in ons initiatiefvoorstel- dat u kunt overleggen met omwonenden, met het midden- en kleinbedrijf en met de Kamer van Koophandel en daar geen must bij opgelegd krijgt. Daarbij met een heleboel deskundigen om datgene waarin wij niet volledig zijn, nader uit te werken en te onderzoeken. Als ik dan terugkom op het verhaal van de Lindenhof, zoals de heer Krijger zegt, dan heeft het midden- en kleinbedrijf gevraagd het niet uit te stellen tot een ruimtelijke ordeningsprocedure, door te gaan met de artikel 19 procedure maar het hoogstens wat naar achteren te verplaatsen. De WD zegt hier in het voorstel dat er wel erg veel werk gedaan zou moeten worden. Gezien het persbericht dat afgelopen dinsdag is gekomen van het college dat het werk gedaan is, dat dat nadere bestudering van het college behoeft denk ik dat we in maart in deze raadsvergadering kunnen besluiten over de artikel 19 procedure met alle voorwaarden zowel door het CDA als ook door ons gesteld in de novemberraad Heer VISSER: Voorzitter, het is duidelijk dat we nu die beslissing vanavond moeten nemen en niet over een maand, want we zijn dan nog geen stap verder. De heer Verheus wil wachten tot het college uitmaakt of er parkeer- en verkeersproblemen zijn. Maar het CDA moet zelf weten dat die parkeer- en verkeersproblemen daar grandioos zijn. Als je nu contact heb met die bevolking, met de mensen die er wonen, dan weet je gewoon dat die onoplosbaar zijn. Wat daar gaat gebeuren is een ramp voor Soest. Als wij deze artikel 19 procedure gewoon door gaan zetten, dan zal de nieuwe raad in mei onherroepelijk de hele zaak toch torpederen, omdat iedereen dan wel tot de ontdekking is gekomen dat dit niet kan. Het scheelt ook geen haartje of de WD zal onze leus "Soest blijft Soest" ook overgenomen hebben als ik zo tussen de regels doorlees wat de heer Krijger zegt. Zo zie je maar weer hoe groot onze invloed is! Maar daar gaat het niet om, Soest mag niet geregeerd worden door projectontwikkelaars, door Kamer van koophandelaars en andere mensen die denken dat ze hier in Soest maar kunnen vertellen wat wij niet willen en wel willen. Het zou een wijs besluit zijn wanneer we nu de hele zaak afblazen. Dat bespaart de ambtenaren heel wat werk. Het zal niet de eerste keer zijn, voorzitter. U weet dat niet zo, omdat u nog maar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 53