15 aaart 1990 - 6 - gebleken is dat er onvoldoende begrip is voor het feit dat juist nu een beslissing moet worden genomen". Onbegrip, onvoldoende begrip voor wat u beweert, voor wat deze twee partijen beweren. Dan moeten we wachten tot het midden- en kleinbedrijf straks een uitspraak doet en we moeten wachten tot een en ander een vervolgproces heeft en ambtelijke notities over luchtkwaliteit duidelijker worden. Het is onvoorstelbaar, voorzitter, dat na maandenlang onderzoek en rapporten, wat volgens mij aan ambtenarenuren tienduizenden guldens heeft gekost, binnen twee dagen -de maandagavond dat het CDA zo lang vergaderde en de dinsdagmorgen dat het college vergaderde- dit nu ineens opzij geschoven wordt. Ik heb nog -behalve dit korte stukje tekst- geen inhoudelijke argumenten gehoord waarom nu het hele plan uitgesteld moet worden. Nogmaals, van uitstel komt afstel. Want u kunt toch niet verwachten dat met de nieuwe raad, waar dan nieuwe CDA-ers inzitten, zoals een verstandige man als de heer Zwanenburg en andere verstandige mensen, dat dit plan nog een enkele kans maakt om door deze raad te komen. Er moet toch iets gebeurd zijn. Misschien heeft de heer Verheus gelijk dat het woord kiezersbedrog iets te zwaar is aangedikt, maar het is toch niet helemaal zuiver, voorzitter. Ik wou dat de heer Verheus daar iets over had gezegd, maar misschien hoor ik het nog van de heer Boerkoel. Heer POTHUIZEN: Laat ik dan na de heer Visser zoeken naar een woord dat niet als synoniem kan dienen, maar wel als een kwalificatie. Dan denk ik toch maar dat we hier te maken hebben met een gaaf bewijs van gebrek aan bestuurlijke durf of misschien wel een gaaf bewijs van onvermogen. Dat leg ik dan neer bij die fracties die, nu het uur van de waarheid nadert en dus een beslissing genomen zou moeten worden, hebben weten te bewerkstelligen dat we het nog maar eens even uitstellen. Het oordeel dat de kiezers daarover zullen hebben, geven ze misschien niet eens, want de mensen zullen waarschijnlijk niet eens naar de stembus gaan. Ze zeggen: moet je nou eens kijken wat er nu gebeurt, dit is toch de diskwalificatie van de politiek ten top! Het ordevoorstel van u tot uitstel hoeft voor ons helemaal niet. Laten we de zaak maar beslissen, laten we maar kijken wat eruit komt. Zo hoort het te gaan, dat is eerlijk. We zijn dus -dat had u van ons willen horen- tegen uw voorstel tot uitstel. Heer MEILOF: Voorzitter, deze opmerkingen zijn geheel buiten de orde. Maar dan van een andere orde dan de orde die de voorzitter dient te handhaven. Oftewel, er is een heel ander verhaal dat hieraan ten grondslag ligt. Wij zijn in een bepaald stadium van de discussie een aantal maanden geleden zover gekomen dat wij als gezamenlijk bestuur de verantwoordelijkheid op ons hebben genomen en gezegd hebben: het beraad van winkeliers, waarvan je tenminste zou mogen verwachten dat zij een beraad vormen waar wij in de adviserende zin veel baat bij hebben, waar wij veel waarde aan hechten, geeft ons niet de ruimte om werkelijk rekening te houden met hun visie. Zij bevechten elkaar en elkaar bevechtende winkeliersgroepen zijn een erg moeilijke bron voor ons om daaraan te ontlenen hoe wij bestuurlijk verder moeten. Wij krijgen daarmee zelfs de ruimte om heel duidelijk een eigen bestuurlijke richting te gaan. De winkeliers komen niet met een stuk eenduidigheid, komen dus ook niet met een duidelijk gezamenlijk belang voor Soest op de proppen, maar komen in dat geval duidelijk met hun eigen winkeliersbelang voor een bepaald gedeelte van Soest of wat dan ook op de proppen. Dat is een zaak waar je als bestuur niet je oordeel aan kunt ontlenen. Op dat moment hebben wij gezegd: dan moeten wij nu, nu in de Van Weedestraat een proces al enige tijd gaande is van een zekere neergang, een proces waarin de Van Weedestraat eigenlijk in waarde vermindert, toch razend voorzichtig zijn om voortdurend vanwege de blokkages uit Soest-zuid en op andere wijze, geen enkele ruimte meer te bieden voor ontwikkeling. Nu

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 61