15 maart 1990
- 8 -
op dat punt wat de WD in oktober heeft gezegd: doe de normale bestemmings
planprocedure, dan komen alle afwegingen aan de orde.
U vraagt nu met een ordevoorstel in te stemmen. Wij zullen dat heel royaal
doen. Waarom? Omdat we het eigenlijk lachwekkend vinden dat de moed heeft
ontbroken om inhoudelijk te discussiëren. Daar was een groot aantal
raadsleden meen ik op voorbereid. Waarom vinden wij het een lachwekkende
vertoning? Artikel 19 is in het leven geroepen om zaken van een spoedeisend
karakter te beginnen. Nu gaan wij zaken van een spoedeisend karakter steeds
uitstellen! Nou, mijn zegen heeft u, mijnheer de voorzitter.
Heer B0ERK0EL: Mijnheer de voorzitter, de heer Krijger zei het net al, over
de Lindenhof is veel gesproken en veel geschreven. Veel argumenten zijn
over tafel gegaan. Om een enkele te noemen: het milieu, tot op het laatste
moment zijn er gesprekken geweest. Het verkeer, bijna alle fracties hebben
ten aanzien van het verkeer onderkend dat het een groot probleem is. Ook
het winkelbeleid, twee polen of een centraal winkelbeleid, is meermalen
aan de orde geweest. Het college praat sinds 1983 met de ontwikkelaars. De
raad praat sinds de r.o.vergadering van 1988. Door de verschillende
fracties wordt er op die manier dan ook over gesproken. De laatste maanden
praten ook de Kamer van Koophandel en de middenstand. Wat nauwelijks in de
discussie werd meegenomen was het luisteren naar de onderzoeksresultaten
zoals ze vorig jaar gepleegd zijn. In het onderzoek onder de burgers van
Soest 'kiezen en gekozen worden' staat op bladzijde 31 dat 65% van de
burgers niet tevreden is over de mogelijkheid tot gezellig winkelen. Deze
65% is iets tot sterk voorstander van concentratie. Ook in het rapport van
het bureau Lagendijk (dat is een opinie-onderzoek geweest onder de burgers
van Soest) geeft men op bladzijde 2 punt 8 aan dat 65% van de Soester
burgers het concentreren van winkels belangrijk vindt. Op bladzijde 2,10
van hetzelfde bureau Lagendijk geven de burgers zelfs aan dat men dit een
van de belangrijkste maatregelen vindt. Alle partijen zeggen te luisteren
naar de bevolking, maar niemand neemt actie op dit soort onderzoeken. Als
de PvdA dan met een plan komt voor de Van Weedestraat vallen daar bijna
alle fracties overheen. Mijnheer de voorzitter, deze onderzoeken worden
niet voor Jan-met-de-korte-achternaam gedaan.
Wat ook ondergesneeuwd is, is het gezinsvervangend tehuis voor geestelijk
gehandicapten. De wens van deze mensen is in het centrum van Soest te
blijven wonen en het liefst op die plek. Ook de financiën spelen hierbij
een belangrijk rol. Vooralsnog vindt de PvdA het dan ook jammer dat het
uitgesteld moet worden, ook al zijn de motieven redelijk te noemen.
Jammer. We zullen dan ook om geen andere beslissing van deze raad vragen er
gaan met uw ordevoorstel tot uitstel mee.
VOORZITTER: Zoals het reglement van orde aangeeft over een ordevoorstel,
wordt in één termijn gesproken. Ik denk dat ik nu mag constateren dat er
een grote meerderheid in de raad is die het voorstel van het college om dit Ï-3
agendapunt uit te stellen, aanwezig is. Mag ik dat constateren en ook als
besluit zien?
Heer POTHUIZEN: Mag ik dan van u horen hoe u de stemverhouding ziet?
VOORZITTER: Ik heb gezegd dat er een grote meerderheid is die voor is, maai
als u een hoofdelijke stemming wenst, dan kan dat.
Heer POTHUIZEN: Ik zou altijd graag willen weten waar u deze conclusies op 6-
stoelt.
VOORZITTER: Ik heb gehoord dat de fractievoorzitter van het CDA heeft