- 6 -
12 april 1990
- 7 -
aar zo
en met
it een
eren met
(f dat er
sbben
dat daar
Let meer
L wat
an een
parkeer-
nt daar
et
raling
taalde
lIs de
>rofessie
Nou,
ïs die
gen. Want
ennelijk
golfbaan,
ent wil
rond te
om iets
:e
ide
?at met bet
i bet
r al jaren
c tocb bij
n de
oals
en wat er
e is dit
dig u uit
>gressief
seft dat wil
loor
Lijkt nu uit
Je en zal ik
1 1990,
bied
vaandel
parkeer-
pert een
een besluit
heeft genomen over de aanleg van een golfbaan op de Stompert of een
discussie daarover is aangegaan
dat nu in het herziene bestemmingsplan Landelijk Gebied op de Stompert
op de plankaart en in de voorschriften een wijzigingsbevoegdheid art.
38 lid 10 rust
besluit
deze wijzigingsbevoegdheid te schrappen
en gaat over tot de orde van de dag.
Getekend: Soest, 12 april 1990, J. Visser, Progressief Soest.
Ik stel voor dat u dit in uw beraadslagingen meeneemt. Aan het eind van dit
agendapunt zal ik dit amendement en eventueel andere amendementen in
stemming brengen.
Heer VAN DEN BREEMER: Voorzitter, hoewel we hier een uitzonderlijk groot
bestemmingsplan voor ons hebben, met daaraan gekoppeld een groot aantal
bezwaren, kunnen we op een enkel punt na toch met het door u gedane
voorstel instemmen. Hierbij willen we toch ook even onze waardering
uitspreken voor uw ambtelijk apparaat, voor het vele werk dat zij verricht
hebben om de jarenlange wens van de raad om de herziening van dit
bestemmingsplan afgerond te krijgen, nu ook rond te krijgen.
Voorts komt het ons begrijpelijk voor dat er vele wensen en opmerkingen
zijn gemaakt op zo'n groot gebied omvattend bestemmingsplan met inherent
hieraan grote onderlinge tegenstrijdigheden. Pleit de een voor meer uit
breidingsmogelijkheden, de ander bepleit een zo groot mogelijke beperking
hiervan. Dit vereist grote zorgvuldigheid bij de beoordeling hiervan.
Vandaar dat wij op dit moment bij de vele verzoeken om uitbreiding van
recreatieve mogelijkheden niet verder willen gaan dan daar waar het
college voorstelt een wijzigingsbevoegdheid op te nemen, zodat bij de
indiening van concrete plannen een integrale afweging gemaakt kan worden
omtrent de omvang, consequenties en gevolgen van een en ander. Overigens
zijn wij van mening dat er voldoende waarborgen in dit bestemmingsplan zijn
opgenomen om natuur- en landschappelijke waarden van grote delen van ons
buitengebied die deze waarden bezitten, in stand te houden zonder dat het
hele gebied als natuurreservaat wordt bestemd, wat op zich wel mooi, maar
niet realistisch zou zijn.
Dan willen we het college het volgende nog in overweging geven. In het
tweede deel van het beroepschrift VI vraagt de indiener het volgende: "De
maatschap P.C. en P.A.M. Kuyer, wonende Kerkpad ZZ 17 voert een agrarisch
bedrijf op onderstaand adres. Er is overleg gaande met de milieudienst van
uw gemeente omtrent verplaatsing van activiteiten naar elders. Onder
getekende verzoekt derhalve om toekenning van een normaal agrarisch
bouwperceel, zonder beperkingen ten aanzien van het gebruik." Mijnheer de
voorzitter, wat is nu het geval? Hier praten we over een van de twee
agrarische bedrijven die op de lijst van milieuhinderlijke bedrijven staan,
waar door de gehele raad herhaalde malen erop is aangedrongen om eens ernst
te maken met het verplaatsen van milieuhinderlijke bedrijven uit woon
gebieden. Hier kunnen we tot daadwerkelijke vorderingen komen als we zorgen
dat onder andere de desbetreffende eigenaar een redelijk bouwperceel krijgt
op de plaats waar hij nu reeds een deel van zijn bedrijf gevestigd heeft,
waar het overige deel van zijn bedrijf naartoe verplaatst kan worden. Wij
menen dan ook dat u er goed aan doet juist in verband met de verplaatsings-
mogelijkheden om het bestemmingsplan wat betreft de omvang van dit
bouwperceel hierop aan te passen, wat niet meer inhoudt dan een normale
omvang, zoals het college ook in de stukken schrijft "een normale omvang
van agrarische bouwpercelen houdt in 50 x 150 meter"Als u dit hierop
aanbrengt, zijn de problemen voor wat betreft de ruimtelijke ordening voor