12 april 1990
- 10 -
1
woord gebruiken dat onze fractie daarbij voor een deel in gewetensnood is
gekomen. We hebben al eerder, bij de tweede commissievergadering over dit
bestemmingsplan, vastgesteld dat de nu gevolgde procesgang en de
nagestreefde planomvang niet goed is. Er valt met een plan van deze omvang
en met de tijd die het nodig heeft gehad om er te komen, eigenlijk niet
goed te werken. We hebben ons op dat moment nog kunnen beperken tot het
voorstel om voor een vervolg hierop, dus de hierna aan de orde komende
herzieningen, uit te gaan van geknipte plandelen en het niet gelijktijdig
behandelen daarvan. Niettemin zien we nu, na die tijd, dat wij nog steeds
brokjesgewijs worden voorgelicht over dit plan, wat er fout in is, wat er
aan veranderd moet worden, wat er blijkt niet in te staan. Het laatste deel
daarvan bereikte ons vanavond met een brief op deze tafel waar we dan
kennelijk hadden moeten kijken voordat we naar de commissie ruimtelijke
ordening gingen, althans daar werd meegedeeld dat die brief hier op de
tafel lag. Ik heb er dus ook daar niet meer naar kunnen kijken. Wat het
gevolg hiervan is, is dat in een toch al gevoelige procedure, waar we van
weten dat die gevoelig is uit alle reacties die we daaromtrent hebben mogen
vernemen, nog eens een stukje psychologische schade is aangericht bij
burgers die zich afvragen wat er nu weer allemaal gebeurt, die ook hebben
mogen zien op een tijdstip van laten we zeggen 36 tot 24 uur dat er nog
weer even snel een commissievergadering moet worden gehouden, die dan ook
maar moeten raden wat daar aan de hand is en wat er dan precies gebeurt.
Zij merken dan, als ze de tijd en de gelegenheid vinden om die commissie
vergadering te volgen, dat daar eerst de voorzitter namens het college -dat
is zijn plicht en hij doet het- ook nog eens moet gaan vertellen: dat is er
aan de hand, maar dat en dat, in de tussentijd hebben we weer ontdekt, dat
en dat moet dus nog aangevuld worden op die paar stukken die u pas hebt
gehad of nog moet krijgen omdat ze op het tafeltje liggen waar u niet langs
gelopen bent. Ik kan mij voorstellen dat daar de indruk ontstaat die bij
mij op dat moment inmiddels ook aanwezig is: je kunt op deze manier niet
werken! Het is dan ook zo dat wij eigenlijk graag aan u het voorstel van
orde zouden willen doen om het bestemmingsplan nu niet te behandelen, maar
om ons de gelegenheid te geven nog eens een keer op die elementen -waarvan
we inmiddels weten dat ze bestudering behoeven- kunnen kijken hoe het ligt,
terwijl wij moeten vrezen dat nu een aantal fouten in het geheel aan het
licht gekomen zijn door enige reden, dat gelet op alle haast waarmee
gewerkt is -en ik wil graag zeggen dat ik aanneem dat degenen die eraan
gewerkt hebben goed hun best gedaan hebben, maar waar gewerkt wordt worden
nu eenmaal fouten gemaakt- de nu al ontdekte fouten staan voor mogelijk nog
veel meer fouten. Het voorstel van orde hoef ik niet te doen, want ik heb
allang gemerkt dat het het niet haalt, dus dat zou een zinloze vorm van
stemming zijn. Maar dat plaatst ons dus voor de gewetensnood waarover ik
heb gesproken. Wij hebben er helemaal niet zoveel behoefte aan om op veel
onderdelen van het bestemmingsplan tegen te stemmen. Er is alleen, voor
zover mij bekend, niet de ruimte voor ons om ons op onderdelen van het
bestemmingsplan van een mening te onthouden. Als wij hier zitten, dan
moeten wij over elk van die onderdelen wat zeggen. Dat betekent dus dat we
dan tegen zouden moeten stemmen op punten waar we eigenlijk misschien
helemaal niet tegen zijn als we maar goed geïnformeerd zijn. Ik geef dan
ook aan daarmee dat wij straks, omdat ik aanneem dat er gestemd gaat
worden, als fractie de zaal zullen verlaten en niet de verantwoordelijkheid
voor de vaststelling van dit bestemmingsplan willen dragen. Ik wil wel nog
twee onderdelen aangeven waar wij in elk geval tegen gestemd zouden hebben
als wij over dit plan mee hadden beslist en het voor het overige hadden
aanvaard. Wij zouden kenbaar hebben gemaakt dat wij tegen de bestemming
"wonen" voor het gebied Zonnegloren zijn, eensdeels omdat wij vinden dat er
over de bestemming van dat terrein nadat het ziekenhuis er niet meer zal
D<
iL<
Sc
zi
zi
ge
ve
VC
vc
ge
He
ve
ch
af
ma
co
aa
ge
vo
De
in
YQ
re
He
ki
te
va
He
ee
Ik
opi
Zi
Vc