- 12 -
12 april 1990
- 13 -
rekken
om den
t je
al ben
omdat
jk bij
l, dan
tt
de
>en
Zover
Lngs -
•overleg
ïde
ractie
brengen
Luit-
Wat ik
het ons
ik iets
k weet
nd een
ijkt
ot nog
ng
ntstaan
ij daar
zoals
j
het
Wij zijn
le
Die
1966,
je nooit
:en!
een
1 dat dit
op tafel
ter
heen te
PvdA,
;n,
rekenen
jpen dat
het college er voorstander van is dat verdere afhandeling vanavond plaats
vindt, zoals we al eerder aan u hebben laten weten. Tot de indieners van
dit punt van orde kan ik dan het woord richten en constateren dat er voor
uw ordevoorstel geen meerderheid is vanavond in deze raad. Die constatering
heeft u denk ik zelf ook gemaakt. Voorstellen van orde kunnen slechts in
één termijn behandeld worden. Dan constateer ik dat het voorstel van orde,
gedaan door de heer Boerkoel namens de PvdA-fractie verworpen is.
De heren Van Esseveld en Pothuizen verlaten opnieuw de vergadering.
Heer BOERKOEL: Ik weet dat een voorstel van orde maar in één termijn
behandeld wordt, mijnheer de voorzitter, maar dat neemt niet weg dat ik het
jammer vond dat D66 wegliep als democraten. Nu er, ondanks de weerstanden
die er zijn, ondanks de procedure die gevolgd is door deze gemeenteraad op
het laatste moment te confronteren met wijzigingen en dan weer tijdens het
mondelinge overleg nog eens een keer met wijzigingen op de wijzigingen, is
ook de PvdA van mening dat er geen andere mogelijkheid is, omdat ook
zometeen zal blijken -dat bleek al uit de eerste termijn- dat er gestemd
zal worden voor dit plan en dat er maar een enkeling zal zijn die
misschien voor wijziging zal zijn, zal ook de PvdA aan deze besluitvorming
niet deelnemen.
De dames Meijer en Stekelenburg en de heren Boerkoel en Danvers verlaten de
vergadering
VOORZITTER: Ik had gezegd -dat geldt ook voor de heer Witte- dat er geen
uitingen van voor- of afkeuringen mogen worden gegeven. Dat moet u als
toekomstig raadslid toch zeker weten. Ik ben zoéven toch duidelijk geweest,
dacht ik.
Verlangt nog iemand het woord bij dit agendapunt? In eerste termijn heeft u
allen het woord gevoerd, dan is nu het woord aan wethouder Plomp.
Wethouder PLOMP: Dank u zeer, mijnheer de voorzitter. De meerderheid van de
raad wenst dus het plan Landelijk Gebied vanavond te behandelen. Ik volg
dan even degenen die in eerste instantie het woord hebben gevoerd en zal
trachten hun een antwoord te geven, of in ieder geval een reactie.
De heer Visser heeft gezegd dat hij in zijn amendement met betrekking tot
de Stompert de wijzigingsbevoegdheid met betrekking tot golf daar niet in
opgenomen zou willen zien. Ik heb geconstateerd dat de fractie van het CDA
daarop heeft gereageerd en ik dacht dat de WD daarop nog niet had
gereageerd. Voorshands moet ik dus aannemen dat het standpunt van de heer
Visser niet door de CDA-fractie wordt gesteund. Van de WD-fractie hoor ik
het graag zodadelijk nog.
Voor wat betreft de CDA-fractie constateer ik dat deze fractie grotendeels
akkoord gaat met het plan zoals het is voorgelegd. Met betrekking tot
recreatie wordt opgemerkt dat de fractie akkoord gaat met de wijzigings
bevoegdheid zoals verwoord. Enkele opmerkingen worden gemaakt met
betrekking tot natuur- en milieubehoud.
Voor wat betreft beroepschrift VI, agrarisch bedrijf aldaar vermeld wordt
gezegd dat het wellicht goed zou zijn -en daarop zou men de reactie van
andere fracties willen horen- om verplaatsing te bevorderen, met dien
verstande dat in het bestemmingsplan een zodanige oppervlakte zou worden
opgenomen dat het bedrijf op de juiste wijze zou kunnen functioneren. Ik
denk dat het misschien goed zou zijn als de andere fracties, voor zover
aanwezig, daarop ook nog zouden willen reageren.
Ik constateer dat het CDA voor wat betreft het plan Taphoorn integraal
akkoord heeft gemeld en dat men, evenals de fractie van de WD akkoord gaat