- 6 - is de iele ook ïén c je de ei het r we dacht cht- tter it lit aent larin ;n het -idement tegen, oor or de eer Van n; de egen; Beijen, r het ivaard zrekking 18 januari 1990 - 7 - aangenomen. 6. Voorstel inzake emancipatiebeleid op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen en sociale veiligheid. Mevrouw STEKELENBURGVoorzitter, het heeft lang geduurd voordat deze nota kon worden vastgesteld, maar het resultaat vergoedt veel. Op één punt na zijn alle aanbevelingen overgenomen. Dat zegt iets over de opstellers van de nota, namelijk: ze hebben een heel goed produkt afgeleverd, ze zijn met realistische voorstellen gekomen. Het zegt ook iets over het ambtelijk apparaat en het college. Zij hebben de voorstellen uiterst serieus genomen. Complimenten hiervoor. Toch nog een paar vragen. Uw antwoord op mijn vragen in de commissie over de financiële aspecten en de termijnen is wat vaag. Dat het beleid uitgewerkt moet worden, dat lijkt mij vrij logisch. Maar ik zou graag wat preciezer van u horen op welke termijn welke onderdelen op de plannings- kalender zouden kunnen komen, zodat -als we evalueren na een jaar- er ook concreet wat te evalueren is en niet alleen maar kijken hoe dan de planning als zodanig verlopen is. Dan nog even iets over de opmerking die u niet gehonoreerd hebt. Dat betreft de lessen in weerbaarheid. Daarover ben ik niet zo erg tevreden. Uit een schrijven van 24 juli jl. van de afdeling onderwijs aan de afdeling ruimtelijke ordening blijkt naar mijn mening iets anders. Ik citeer: "Aanbeveling 6 op bladzijde 30 kunnen wij gedeeltelijk onderschrijven, namelijk voor zover het gaat om het verzorgen van lessen in weerbaarheid op verbale wijze. Het verzorgen van lessen in weerbaarheid op nonverbale wijze dient eerst nader uitgewerkt te worden." Dat advies is dus gedaan aan de afdeling ruimtelijke ordening en komt van de afdeling onderwijs. Dit is besproken met de directeuren van de scholen. Ik denk dat hier iets anders staat dan u ons bij de brief van gisteren heeft laten weten. Ik zou dus met nadruk willen vragen waarom er toch zo negatief gereageerd wordt door u als college op het voorstel dat u niet heeft overgenomen. Voor de opstellers van de nota is het kennelijk van wezenlijk belang geweest. Als ik dan kijk naar dit schrijven, dan denk ik: er staat per definitie iets anders. Ik zou daar graag een reactie op horen. Heer VISSER: Voorzitter, ook wij hebben zeer veel waardering voor deze nota. Wij denken dat het heel goed is om over een jaar dit te evalueren en aansluitend op de vragen van zoeven willen wij ook aansturen op opname in de planningskalender van een aantal dingen, zodat die evaluatie dan ook goed kan verlopen. Wat betreft de weerbaarheid op scholen valt het mij toch op dat in andere plaatsen om ons heen dit wel vrij gewoon is, om op scholen dit te doen. Misschien dat we daar toch nog eens mee kunnen praten, hoe dat dan precies gaat en hoe we het onderwijs daarvoor kunnen interesseren. Dat is een duidelijke vraag naar de wethouder van onderwijs of hij in ieder geval pogingen in het werk wil stellen om te kijken hoe het dan in andere plaatsen wel kan bij het onderwijs. Heer POTHUIZEN: Om het kort te houden, voorzitter, onderstreep ik met name de woorden die mevrouw Stekelenburg heeft gesproken. Met betrekking tot het onderwerp weerbaarheid ben ik toch ook benieuwd naar de reactie op hetgeen zij naar voren brengt, omdat mij is gebleken -meer dan bij menig ander onderwerp- aan de hand van publicaties in de tijdschriften hoezeer dit onderwerp leeft bij mensen. De wat afhoudende wijze van opstellen van uw kant hiertegenover verbaast ons wat. Mevrouw GERRITSE: Ook het CDA sluit zich bij de voorgaande sprekers aan. t;

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 8