32 -
sn:
q de
s
or
h
en te
n
-wogen
i dat
>k een
>eurt
jnDat
is
iers
Ld
dan
or
latie
sting
LneDat
- opzet
aagd
-ig
in dit
ïelemaal
ir
c, dat
a uit te
3g
rrlijk
at
18 april 1991 - 33 -
houden we altijd nog even achter de hand. Het zou kunnen zijn dat het een
het ander verdringt.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, ondanks het feit dat mijn collega al zo
uitgebreid op een aantal volkshuisvestingspunten is ingegaan, naast de
grondbedrijfpunten, denk ik dat het toch goed is om op een enkele zinsnede
in het raadsvoorstel te wijzen, zeker richting mevrouw Blommers. Al in het
raadsvoorstel staat: "Aangezien de exploitatie-opzetten recent beschikbaar
zijn gekomen, hebben wij nog geen standpunt kunnen innemen over deze
opzetten." Vandaar dat u in de brief van 16 april een nadere opmerking
leest en dat is denk ik heel duidelijk. Er zijn namelijk exploitatie-
opzetten gemaakt en zeker als het om het terrein van Van den Broek gaat in
het plan Klein Engendaal, zonder dat daarbij gekeken is naar de volkshuis
vestingsinvalshoek. Er is gewoon door degene die de opzet heeft gemaakt,
een greep gedaan en ingevuld en wij hebben dat getoetst aan de volkshuis
vestingsuitgangspunten. We zijn wat dat betreft tot een nadere, andere
invulling gekomen, vooralsnog, waarbij absoluut nog niet vaststaat wat nu
de definitieve invulling is, want het is een rekenmodel. We hebben in het
kader van de volkshuisvesting met elkaar afgesproken dat wij marktconform
zouden proberen te bouwen voor zover ons de daarvoor toegeschoven middelen
dat mogelijk maken en ook de uitkomsten van de exploitatie-opzetten. Zo
zullen we dat ook doen. We zullen jaar op jaar telkenmale bekijken hoe we
dat zo goed mogelijk kunnen doen. Dat betekent ook dat daardoor de
exploitatie-opzetten bijgesteld zullen moeten worden zo af en toe. Dat is
denk ik ook volstrekt terecht. Ik denk dat wat dat betreft er ook helemaal
niet afgesproken is dat er vrije sectorwoningen op dat terrein zouden
plaatsvinden. In het licht van die opmerkingen kan dat door u ook niet
geponeerd worden.
Terecht is gezegd door de heer Boerkoel dat het goed is om te kijken naar
de prijzen die in de omgeving worden gehanteerd als het gaat om grond. Dat
hadden we in het college ook afgesproken. Dat betekent dat we daar zeker in
een nadere instantie nog op terug zullen komen.
Dat naar aanleiding van de opmerkingen die gemaakt zijn, voorzitter.
Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, er staat in uw eigen brief van 16 april
dat u afwijkt van het ambtelijk concept. Mijn bezwaar is niet dat u ervan
afwijkt -wel de wijze waarop, maar goed, dat laten we nu in het midden-,
maar het feit dat wij een week geleden serieus over dit ambtelijk concept
hebben zitten praten. Dan denk ik: was het dan niet zinniger geweest om de
zaak om te draaien, dat u eerst er zelf over had gepraat en vervolgens met
ons? Want als wij praten over zaken die u binnen een week bijstelt, dan
zijn we dubbel bezig.
Wethouder KINGMA: We hebben het u toegestuurd. En nogmaals, in de
wetenschap -dat hebben we u ook gemeld- dat een aantal van die
onderbouwingen niet aan de orde waren.
Mevrouw GERRITSE (CDA): De heer Menne zei dat ik twee vragen had gesteld,
maar ik had drie vragen gesteld. Dus op de derde vraag wil ik graag zo ook
nog een antwoord. Dat was namelijk hoelang er een evenwicht blijft tussen
de negatieve en positieve boekwaarde als we een rente van 7,5% blijven
stellen. Verder zou ik willen melden dat in onze fractie er voorkeur is om
juist deze rentelasten voor die vooruitgeschoven bodemverontreiniging, de
schoonmaakkosten en zo, uit de algemene middelen te betalen. Het is
natuurlijk wel vestzak/broekzak waar het geld vandaan komt uiteindelijk,
maar er zijn toch een paar redenen voor. De eerste is dat anders de
exploitatie negatief uit zou komen en dan zouden we misschien daarom, om